Planeten ontdekt met waarschijnlijk water op oppervlak
Rond een andere ster dan de zon draaien twee planeten die waarschijnlijk voor ongeveer de helft uit water bestaan, nog meer dan de aarde. Dat concludeert een internationale groep wetenschappers. Hun studie staat in het belangrijke wetenschapsblad Nature Astronomy.
Het gaat om de planeten Kepler-138 c en Kepler-138 d. Ze zijn ongeveer drie keer zo groot als de aarde en wegen twee keer zo veel. De planeten draaien rond de ster Kepler-138, op ongeveer 218 lichtjaar afstand van de aarde. Het stelsel is in 2014 ontdekt en nu bestudeerd met de ruimtetelescopen Hubble en Spitzer.
Het water zelf is niet waargenomen, daarvoor staan de planeten te ver weg. Maar uit de metingen komt naar voren dat de planeten vooral moeten bestaan uit een stof die lichter is dan rotsen en zwaarder dan gassen als waterstof of helium. De aarde is rotsachtig, gasreuzen als Jupiter bestaan vooral uit gas. Water is dan de meest waarschijnlijke mogelijkheid daartussenin, aldus de onderzoekers. Ze zeggen: „Dit is het beste bewijs tot nu toe voor waterwerelden, een soort planeet waarvan sterrenkundigen al lang dachten dat die zou moeten bestaan.”
Als er inderdaad veel water op de twee planeten is, wil dat niet zeggen dat ze eruitzien als de aarde, met oceanen, watervallen en neerslag, benadrukken de wetenschappers. Het is dus ook niet zeker of er misschien leven mogelijk is. „De temperatuur in de dampkring van Kepler-138 d ligt waarschijnlijk boven het kookpunt van water. De planeet heeft waarschijnlijk een dikke, dichte atmosfeer van stoom. Daaronder zou water onder hoge druk kunnen zijn, misschien tussen vloeibaar en gasvormig in.”