Zonder flexibiliteit lukt het in Ethiopië niet
Op een vrijdag, het was al na 20.00 uur, bleek dat we de maandagmorgen erna een lange lijst handtekeningen van ouders nodig hadden. Onze school was verwikkeld in een conflict met de overheid, en die handtekeningen moesten aantonen dat de ouders massaal achter ons stonden.
Meer dan honderd handtekeningen, hoe kregen we die zo gauw bij elkaar? Opgewekt zei onze Ethiopische manager: „Ik bel een aantal leerkrachten en vraag of ze hier morgenochtend 8.00 uur zijn. Verder benader ik de taxichauffeurs die onze leerlingen naar school brengen, zodat ze samen bij alle families langs kunnen.”
Nog geen twaalf uur later, dus nota bene op een zaterdagmorgen, stonden er inderdaad voldoende leerkrachten klaar, evenals de benodigde taxichauffeurs. De handtekeningenactie werd een succes.
Naar Nederlandse maatstaven: wat een flexibiliteit! Een mooi onderdeel van de Ethiopische cultuur.
Keerzijde hiervan is dat leven en werken hier minder voorspelbaar is dan in Nederland. Enerzijds zijn afspraken minder belangrijk, anderzijds kunnen er op de meest onverwachte tijden dingen van je worden gevraagd.
Ooit kregen we een telefoontje van de onderwijsinspectie: „Al jullie docenten moeten morgen bij een training verschijnen.” Dus was de school de dag erna dicht. Ook dat werd gemakkelijk verwerkt, door zowel leerkrachten als families.
Wil je iets gedaan krijgen bij een overheidskantoor? Dan bel je meestal niet voor een afspraak, zelfs niet wanneer je weet wie je nodig hebt. Beter is om het kantoor binnen te lopen en te kijken of je een hooggeplaatste ambtenaar kunt spreken. Wat dus betekent –het is me meer dan eens overkomen– dat je na een autorit van meer dan twee uur (verkeersdrukte is standaard) kunt ontdekken dat meneer Girma die dag niet aanwezig is. Kom morgen maar terug.
Vrijwel dagelijks wandelen er mensen het schoolterrein op, die –als het even kan per direct– de directeur willen spreken. Dat schikt lang niet altijd. En zelfs als ik tijd heb, is het even slikken. Waarom niet een afspraak maken, als het al nodig is dat ze met me praten?
Toen ik pas rondreed in de hoofdstad Addis Abeba, bedacht ik dat de Nederlandse ambassade ons misschien kon helpen bij het eerdergenoemde conflict met de overheid. Dus koerste ik die kant op.
Bij de poort vroegen de wachten: „Heeft u een afspraak?” Eh, eigenlijk wilde ik gewoon binnenvallen en zien wie er beschikbaar was.
„Geen afspraak, dan komt u er niet in.” Het dubbele hek en twee slagbomen lieten me weinig keuze.
De Ethiopische collega die bij me in de auto zat, was lichtelijk verbijsterd: je eigen ambassade die je op de stoep laat staan!
Ik had er, bij nader inzien, wel begrip voor. Je bent Nederlander of je bent het niet.