OM eist 3 en 4 jaar cel tegen twee Eindhovense terreurverdachten
Tegen twee van de negen mannen die in september vorig jaar op verdenking van terrorisme zijn opgepakt in Eindhoven, heeft het Openbaar Ministerie dinsdag celstraffen van vier en drie jaar geëist. Voor zeven verdachten is vrijspraak gevraagd, omdat het OM twijfelt of ze een terroristisch misdrijf wilden plegen of dat zij meelopers zijn geweest. Deze zeven hoeven niet langer een enkelband te dragen, besloot de rechtbank.
Een van de verdachten, Marwan M. (27), had 47 gruwelijke IS-video’s op zijn telefoon. Hij had volgens de officier van justitie een fascinatie voor geweld en trainde „ter voorbereiding op de jihadistische strijd”. Ook volgde hij met medeverdachte Mohammad G. (27) een schiettraining in Bulgarije. Tegen M. eiste de officier vier jaar cel, tegen G. is drie jaar geëist. De officier noemde het teleurstellend dat zijn vrienden M. geen halt hebben toegeroepen en niet beter hebben opgelet.
De negen mannen trainden samen in een garagebox toen de sportscholen dicht waren in verband met de coronamaatregelen. Volgens het OM was de box een trainingscentrum waar de groep zich in de geest van de gewelddadige jihad fysiek en mentaal klaarstoomde voor het plegen van een aanslag.
De groepsleden, in leeftijd variërend van 19 tot 32 jaar, bekeken volgens het OM regelmatig samen IS-filmpjes en instructievideo’s over het maken van wapens en bommen en spraken over voorgenomen aanslagen. Wapens of explosieven zijn niet gevonden. Ook waren er geen concrete plannen of data voor een aanslag, maar volgens het OM is dat bij twee verdachten niet nodig om het oogmerk voor een terroristisch misdrijf te kunnen bewijzen.
De Eindhovenaren zelf ontkennen in alle toonaarden. Volgens hen maakten ze inderdaad foute opmerkingen, maar gebeurde dat in een „jolige en grappende sfeer” en kunnen de uitspraken daarom niet serieus genomen worden. Zij zijn sinds mei op vrije voeten.
Tijdens een eerdere zitting eind november zei een radicaliseringsdeskundige dat de verdachten hun extreme uitspraken hadden gedaan in de context van „humor en zelfspot”. Hij concludeerde - na gesprekken die hij voerde met de verdachten - dat er geen sprake is van het „ideologisch legitimeren van geweld”.
Het OM is er nu van overtuigd dat ze geen terroristische organisatie vormden. „We hebben de overtuiging gekregen dat de groep verdachten een hechte vriendengroep is. We zien geen samenwerkingsverband dat het plegen van terroristische misdrijven tot oogmerk heeft”, aldus de officier.
De pleidooien staan gepland op 16 en 17 januari. De overige vier zittingsdagen komen waarschijnlijk te vervallen. De uitspraak staat voorlopig gepland op 14 maart.