Israëlische militair bracht Syrische kinderen hoop
De Israëlische officier Eyal Dror hielp tientallen Syrische gewonden, onder wie veel kinderen. Vooral dat ene jongetje bleef hem bij. Die zei: „Waarom zou ik bang voor je zijn? Je bent een Israëlische soldaat, geen Syrische.”
Eyal Dror, luitenant-kolonel buiten dienst, vader en academicus, schetst in heldere lijnen de problemen aan Israëls noordelijke grens. Het prikken van een datum voor een interview viel niet mee. Ook al is Dror na 24 jaar dienst in de Israëlische krijgsmacht ondertussen een reservist, hij wordt jaarlijks nog altijd vijftig tot zestig dagen opgeroepen. „Als het leger roept, dan gaat dat voor”, zegt hij. „Ik kan mijn kinderen niet vertellen wat ik precies doe, maar ze weten dat het belangrijk is.”
Humanitaire hulp
Als jonge dienstplichtige wist Dror al dat hij officier wilde worden. Langzaam maar zeker steeg hij in de legerrangen. Hij werkte jarenlang voor Cogat, een eenheid die zich bezighoudt met de coördinatie van civiele kwesties tussen de Israëlische regering, het leger, internationale organisaties, diplomaten en de Palestijnse Autoriteit.
Liever spreekt Dror echter over de laatste jaren van zijn diensttijd waarin hij leiding gaf aan het project ”Goede Buur”. Onder die vlag werd op grote schaal humanitaire hulp verleend aan slachtoffers van de Syrische burgeroorlog. Een opmerkelijk project, want Syrië is officieel in oorlog met Israël.
„Ik heb nooit angst gehad om mijn vijand in de ogen te kijken”, zegt Dror. „Ik ervoer alleen hoop. Ik hoopte dat iedere Syriër die wij hielpen een ambassadeur voor vrede zou worden.” Naast goederentransporten kreeg die hulp vorm in de behandeling van duizenden Syriërs in Israëlische ziekenhuizen. Onder hen waren honderden kinderen.
Die kinderen hebben een grote indruk op de officier achtergelaten. „Sommigen waren één en al troosteloosheid. Toen ik ze vroeg wat ze later wilden worden, zeiden ze: „Waarom zou ik daarover nadenken, ik ben binnenkort toch dood”.”
Waar volwassenen vaak wantrouwig waren, voelden kinderen zich doorgaans snel op hun gemak in Israël. „Ik vroeg een Syrisch jongetje tijdens een potje voetbal of hij niet bang voor mij was, een onbekende gewapende man in uniform. Hij keek me aan en zei: „Waarom zou ik bang voor je zijn, je bent een Israëlische soldaat, geen Syrische”.”
Bijbelse roeping
Toen de operatie werd stopgezet, omdat troepen die loyaal zijn aan de Syrische president Bashar al-Assad het Syrische gedeelte van de Golan heroverden en hulpzoekenden verboden naar de Israëlische grens te gaan, besloot Dror dat het ook voor hem tijd was om te stoppen.
Dror: „Ik ben geen religieus man, maar onze Bijbelse roeping om een ”licht voor de heidenvolken” te zijn, is mij door dit project helder. De ervaringen waren zo veelzeggend dat ik op dit hoogtepunt wilde stoppen. Ik wilde niet meer in een andere eenheid instromen, of voor een ander project verantwoordelijkheid dragen.”
Alarmbellen
Achter de burgeroorlog in Syrië kan echter nog altijd geen punt worden gezet. Recentelijk gingen er steeds meer alarmbellen af in Israël over de situatie in Syrië. „Sinds de burgeroorlog in 2011 uitbrak, sprongen twee landen met tegenstrijdige belangen in het machtsvacuüm”, legt Dror uit. „Rusland, waarvoor het herstellen van de rust en de controle van Assad prioriteit was. En Iran, dat juist van de chaos profiteerde om de gelijkgezinde Libanese terreurbeweging Hezbollah te bevoorraden.”
„De Iraanse invloed in Syrië is overigens niet slechts militair”, vervolgt de officier. „Via infiltratie in sjiitische scholen, gebedshuizen en organisaties wint Teheran gestadig aan invloed.”
Hoe sterker Assad en de Russen zijn, hoe meer het risico dat Iran voor Israël vormt, wordt beteugeld. „Dat verklaart ook de Israëlische terughoudendheid in het Russisch-Oekraïense conflict”, zegt Dror.
De afgelopen maanden lijken Iran en Rusland echter nader tot elkaar te komen – en dat verandert de spelregels. „Rusland heeft wapens en munitie nodig voor zijn oorlog met Oekraïne en Iran is als een van de weinige landen bereid die te leveren. De vraag is: tegen welke prijs? Het is duidelijk dat er overleg tussen Rusland en Israël is over militair ingrijpen tegen Iraanse doelen op Syrisch grondgebied. Iran kan dit zeker als troef gebruiken.”
Grote zorgen maakt Dror zich echter niet: „Tegen de achtergrond van het conflict in Oekraïne lijkt het me niet logisch dat Rusland hard tegen hard wil gaan met Israël. Als Moskou dat wel doet, dan heb ik het volste vertrouwen in onze krijgsmacht en de overheid.”
Hezbollah
Het recente maritieme verdrag met Libanon over de verdeling van gasreserves voor de kust van beide landen biedt wat Dror betreft ook reden voor voorzichtig optimisme. De kritiek dat de overeenkomst Hezbollah versterkt omdat het zich in dezen als de winnaar presenteert, legt hij naast zich neer. „Het sluiten van dit akkoord zorgt ervoor dat Hezbollah nog meer te verliezen heeft bij het laten exploderen van het conflict met Israël, daarom denk ik dat ze terughoudend zullen zijn.”
Het woord vrede neemt de Israëlische luitenant-kolonel echter niet in de mond. De politiek van de landen in de regio ten aanzien van de Joodse staat is er één die niet op logica berust en daarom ligt vrede niet zomaar in het verschiet. Zolang er geen grote ommezwaai in dat beleid komt, zullen nog vele generaties in Israël dienst moeten doen, meent hij. „Dat neemt niet weg dat we zullen blijven zoeken naar oplossingen. Ik hoop dat de Arabische bevolking zowel meer rechten als meer plichten krijgt. Participatie is de sleutel. Ik blijf hoopvol.”