Advocaat Bouterse wil heropening vooronderzoek decembermoorden
Bij het Hof van Justitie in Paramaribo ligt een verzoek tot heropening van het gerechtelijk vooronderzoek naar de decembermoorden van 1982. Het is ingediend door de raadsman van de hoofdverdachte, oud–legerleider Bouterse. Advocaat Kanhai meent dat enkele zaken in het onderzoek niet goed zijn verlopen, aldus de raadsman vrijdag in het ochtendblad de Ware Tijd.
Kanhai stelde dat de rechter–commissaris in het gerechtelijk vooronderzoek heeft nagelaten getuigen te confronteren met de verdachte Bouterse. Dat zou voor een goede rechtsgang nodig zijn.
Ook zouden getuigen aan een „psychologische evaluatie" moeten worden onderworpen, meende Kanhai. De zaak heeft zich in 1982 afgespeeld en nagegaan moet worden of de getuigen mentaal in staat zijn na zo lange tijd nog betrouwbare verklaringen af te leggen.
„Volkomen kolder", zei advocaat F. Kruisland van de nabestaanden tegen het ANP. De door Kanhai opgesomde zaken zaken horen volgens Kruisland op de zitting thuis en niet bij de rechter–commissaris. Kruisland ziet in het verzoek tot heropening van het gerechtelijk vooronderzoek, een duidelijke poging tot vertraging van de berechting van Bouterse.
De advocaat van Bouterse heeft ook een bezwaarschrift ingediend omdat er formele fouten zouden zijn gemaakt bij de uitreiking van de kennisgeving over verdere vervolging. De kennisgeving is volgens Kanhai uitgereikt aan de minderjarige dochter van zijn cliënt. Er zou volgens de raadsman een akte van uitreiking erbij moeten zijn.
Kruisland, die vroeger zelf Officier van Justitie was, zegt dat een akte van uitreiking bestemd is voor het Openbaar Ministerie en niet voor een verdachte. Die akte is voor het OM en in een later stadium voor de rechter een middel om te controleren of aan de vereisten in de wet is voldaan.
Het Openbaar Ministerie liet weten dat er geen vuiltje aan de lucht is en dat alles correct is verlopen. De kennisgevingen van verdere vervolging werden in december aan 26 verdachten verstrekt. Ze zouden in de periode van 7 tot 9 december 1982 betrokken zijn geweest bij het opzettelijk om het leven brengen van vijftien tegenstanders van het toenmalige regime onder leiding van Bouterse.
Het is niet duidelijk wanneer het Hof van Justitie de bezwaarschriften in behandeling neemt. Indien het Hof de bezwaarschriften toewijst, is er geen mogelijkheid meer de verdachten te dagvaarden en te vervolgen. De termijn van dertig dagen na sluiting van het gerechtelijk vooronderzoek is namelijk verstreken. De rechter–commissaris sloot het onderzoek op 2 december 2004 af.