Volgens DNB gaat het zowel relatief als absoluut om de grootste terugval ooit. De toezichthouder houdt deze cijfers sinds 2009 bij. Momenteel is er nog zo’n 97,3 miljard euro belegd in de fondsen. De huidige omvang is gelijk aan die van december 2017. De daling dit jaar komt bovenop de verliezen op beleggingen in individuele aandelen. Alleen al in het tweede kwart van dit jaar was daar al sprake van een daling van het vermogen met 6,7 miljard euro.

De beleggingen in fondsen zitten volgens DNB hoofdzakelijk in aandelenfondsen met wereldwijde spreiding. Deze zijn goed voor een belegd vermogen van 35,4 miljard euro. Daarnaast hebben Nederlandse huishoudens ook omvangrijke posities in obligatiefondsen. Die zijn goed voor 20,7 miljard euro. De beleggingsfondsen waarin het meest wordt belegd zijn hoofdzakelijk binnenlandse fondsen.

DNB noemt het verder opvallend dat in juli dit jaar huishoudens massaal besloten om hun posities in beleggingsfondsen te verkopen. In totaal werd er die zomermaand voor netto 536 miljoen euro verkocht. Dit valt samen met de periode waarin de Europese Centrale Bank voor het eerst zijn belangrijkste rentetarief verhoogde.

DNB noemt een dergelijke uitstroom uitzonderlijk. Alleen in maart 2020, toen de coronapandemie uitbrak, waren de nettoverkopen van fondsen groter. Toen ging het om 629 miljoen euro. Circa 1,9 miljoen van de in totaal 8,1 miljoen particuliere huishoudens in Nederland belegt. Het geld dat in beursgenoteerde aandelen, beleggingsfondsen en obligaties gezamenlijk zit, was in het derde kwartaal 152,7 miljard euro. Krap twee derde daarvan zit in beleggingsfondsen.

Het totale spaargeld van de Nederlanders bedraagt 422,5 miljard euro. Huishoudens hebben daarnaast nog een omvangrijk vermogen via pensioenfondsen, verzekeraars en de huizenmarkt.