Rode Kruis: steeds meer mensen in Nederland vragen om voedselhulp
Steeds meer mensen in Nederland kloppen bij het Rode Kruis aan voor voedselhulp. Dat stelt de organisatie donderdag.
Afgelopen jaar namen volgens het Rode Kruis meer dan 5000 mensen contact op met hun helpdesk. „We maken ons grote zorgen over de toekomst. De medemenselijkheid lijkt voor bepaalde groepen in Nederland te verdwijnen. Mensen met schulden of zonder verblijfspapieren worden van het kastje naar de muur gestuurd. Op verschillende plekken in Nederland wordt hulp voor deze groep mensen zelfs ingetrokken”, zegt directeur van het Nederlandse Rode Kruis Harm Goossens.
De noodhulporganisatie begon tijdens de coronapandemie met het uitdelen van voedselpakketten, maar verving deze al snel door boodschappenkaarten. Via lokale partners zoals wijkcentra en buurtinitiatieven worden jaarlijks meer dan 211.000 boodschappenkaarten van 21,50 euro uitgedeeld. Tot nu toe heeft het Rode Kruis naar eigen zeggen in totaal meer dan 1 miljoen boodschappenkaarten uitgedeeld. Ook ontvangen zeker 30.000 ouders via het programma Schoolmaaltijden om de week een kaart voor hun kinderen, waarmee ze een lunch of extra maaltijd kunnen kopen.
De armoede lijkt zich volgens het Rode Kruis in Nederland te verdiepen. „Als noodhulporganisatie zouden we het liefst stoppen, helemaal na vijf jaar. Maar dat kan gewoon niet”, aldus Goossens. De organisatie wijst naar de voortdurende inflatiestijging en stijgende vaste lasten als energiekosten, die vooral mensen met lagere inkomens hard zouden treffen. Ook zouden mensen zich niet aanmelden voor toeslagen of hulp van de gemeente. „Zij ervaren het als ontoegankelijk, ingewikkeld of wantrouwen de overheid.”
Tijdens corona hielp het Rode Kruis mensen die niet in aanmerking kwamen voor tijdelijke, reguliere hulp, zegt Goossens. „Deze groep is veranderd. Nu zien we steeds meer EU-arbeidsmigranten die nergens terechtkunnen nadat ze hun baan hebben verloren. Of mensen die kampen met gigantische schulden, waardoor er geen geld over is voor eten. Ouders bellen ons in paniek, omdat er alleen nog een pak melk in de koelkast staat.”