Hij vindt dat Europa vanwege de importheffingen die de Amerikaanse president Donald Trump vorige maand aankondigde voor veel handelspartners, meer moet inzetten op bedrijven en sectoren waarvan andere landen afhankelijk kunnen zijn, zoals AI. „Ik hoor soms dat we de trein gemist hebben. Natuurlijk klopt dat niet. Er ligt nog zo veel te winnen.” Hij benadrukt dat Europa sterke bedrijven, mooie universiteiten en heel veel kennis en creativiteit heeft.

Wennink werkte decennialang bij ASML, dat zijn hoofdkwartier in het Noord-Brabantse Veldhoven heeft. Hij vertrok vorig jaar april bij de chipmachinemaker. In zijn laatste maanden als topman uitte Wennink kritiek op de Nederlandse politiek, die te weinig oog zou hebben voor het vestigingsklimaat voor strategisch belangrijke techbedrijven. Momenteel is hij voorzitter van de raad van commissarissen bij Heineken en commissaris bij industrieconcern VDL.

Trump heeft hogere importheffingen voor onder meer de EU tijdelijk verlaagd naar 10 procent om ruimte te bieden voor onderhandelingen. Wennink gelooft dat de chipmachines van ASML snel een uitzondering zullen krijgen als de heffing op Europese goederen weer wordt verhoogd. „Amerika mag doen wat het wil, het kan geen eigen chipindustrie opbouwen zonder die machines van ASML.”

Een maand geleden riepen vijftig prominenten, onder wie Wennink, op om een nationale investerings- en innovatiebank op te richten. Wennink herhaalde dit pleidooi zaterdag. „Een investeringsbank in Nederland kan makkelijk 15 miljard euro ophalen door obligaties uit te geven met staatsgarantie”, stelt hij.