Hof geeft NYT gelijk in zaak sms’jes Von der Leyen en Pfizerbaas
Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft de New York Times in het gelijk gesteld in een rechtszaak die de krant had aangespannen over sms’jes tussen voorzitter van de Commissie Ursula von der Leyen en Pfizer-directeur Albert Bourla. De twee hebben berichten uitgewisseld terwijl ze een miljardendeal sloten over coronavaccins. De NYT wilde die sms’jes inzien.
De Commissie heeft geweigerd die berichten te delen. Het Hof wil dat de Commissie opnieuw kijkt naar die beslissing. Dat betekent niet dat de sms’jes direct gedeeld moeten worden met de Amerikaanse krant. De Commissie kan bovendien nog in hoger beroep gaan.
Ook is nog onduidelijk of de sms’jes tussen de twee überhaupt nog bestaan. Volgens een bron binnen de Commissie hoeven de sms’jes alleen te worden opgeslagen als er iets inhoudelijk belangrijks in staat. Het zou aan Von der Leyen zelf zijn geweest om te beoordelen of het de moeite waard was de berichten op te slaan.
Volgens het Hof is de Commissie onduidelijk geweest of de berichten nog bestaan of niet. Als de Commissie de berichten verwijderd heeft, heeft ze geen plausibele verklaring gegeven waarom dat gedaan is, oordeelt het Hof.
Het Hof wijst de Commissie er ook op dat „in de regel alle documenten van de instellingen voor het publiek toegankelijk moeten zijn”.
De Commissie bestudeert de uitspraak. Daarna „zal de Commissie een nieuwe beslissing nemen met een meer gedetailleerde uitleg”, staat in een verklaring.