Afrikaners krijgen asiel in VS: „We voelden ons niet meer veilig”
Ondanks zijn harde migratiebeleid opent Donald Trump de deur voor een specifieke groep: witte Afrikaners. Volgens de Amerikaanse president zijn ze het slachtoffer van geweld en van racisme door de Zuid-Afrikaanse overheid.

Een eerste groep van Afrikaners landde maandag op Amerikaanse bodem. Daar werden ze persoonlijk begroet door de Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken, Chris Landau. De bewindspersoon heette hen welkom „in the land of the free”. Verschillende Afrikaners, onder wie ook jonge kinderen, zwaaiden met kleine Amerikaanse vlaggetjes.
De groep van 59 personen –allen witte Zuid-Afrikanen– krijgt asiel in de Verenigde Staten. Volgens woordvoerder Tammy Bruce zullen er in de komende maanden nog meer volgen. „We blijven Afrikaner vluchtelingen verwelkomen en ondersteunen hen bij het opbouwen van een nieuw leven in ons geweldige land”, verklaarde ze maandag.
De hartelijke ontvangst staat in schril contrast met het strenge vluchtelingenbeleid van Trump. Sinds zijn aantreden is de toestroom van vluchtelingen sterk ingeperkt. De Amerikaanse president had vooraf echter duidelijk gemaakt waarom deze groep wél welkom is. Volgens hem zijn Afrikaners in Zuid-Afrika het slachtoffer van racisme en geweld. Trump sprak –net als zijn adviseur Elon Musk, die van Zuid-Afrikaanse komaf is– zelfs van „genocide” op witte boeren.
Boeren
De Amerikaanse regering stelt dat Afrikaners worden benadeeld door racistisch beleid van de Zuid-Afrikaanse overheid. Zo is er begin dit jaar een omstreden wet aangenomen die het mogelijk maakt in bepaalde gevallen land af te pakken zonder daar een vergoeding voor te geven. Volgens de Zuid-Afrikaanse regering is dit nodig om het onrecht uit de tijd van het witte minderheidsbewind tijdens de apartheid te herstellen. Hoewel witte Zuid-Afrikanen slechts zo’n 7 procent van de bevolking vormen, bezitten ze het merendeel van de landbouwgrond.
Washington wijst ook op het aanhoudende geweld tegen boeren en op wat het ziet als opruiende, antiblanke retoriek in Zuid-Afrika. Tegen uitspraken zoals ”kill the Boer” –ooit een strijdleus tijdens het antiapartheidsverzet – wordt niets gedaan. Gewelddadige aanvallen op witte boeren komen al jaren voor. Belangenorganisaties voor boeren stellen dat er jaarlijks zo’n vijftig dodelijke incidenten plaatsvinden – cijfers die Trumps genocideclaim overigens maar moeilijk ondersteunen.
Het Afrikaner echtpaar Debbie en Nico Van der Westhuizen uit Gauteng hoopt in de Verenigde Staten een nieuw begin te maken. Ze pachtten tot vorig jaar een boerderij, maar voelden zich onveilig. „Ze vielen ons aan, staken me met een mes, sloegen me met touwen. De politie deed niets”, vertelden ze bij aankomst in de Verenigde Staten aan het christelijke magazine World over aanvallen door „zwarte mensen”. Toen ze hoorden van Trumps hervestigingsprogramma, besloten ze hun vee en laatste bezittingen te verkopen en alles achter te laten.
Onteigening
De Zuid-Afrikaanse regering spreekt de Amerikaanse lezing tegen. Minister van Buitenlandse Zaken Ronald Lamola benadrukte dat het geweld in Zuid-Afrika algemeen is en niet specifiek gericht op witte boeren. „Witte boeren worden net als alle Zuid-Afrikanen geconfronteerd met criminaliteit”, aldus Lamola. Ook zouden er nog geen onteigeningen zonder compensatie hebben plaatsgevonden. „Er is geen reden om Zuid-Afrikanen als vluchtelingen te erkennen”, stelt het kantoor van president Cyril Ramaphosa.
De onderlinge relaties tussen beide landen zijn inmiddels danig verzuurd. In februari zetten de Verenigde Staten al hulp aan Zuid-Afrika stop vanwege de onteigeningswet. In maart zette minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio de Zuid-Afrikaanse ambassadeur het land uit.
Vanuit hulporganisaties klinkt felle kritiek op de handelwijze van Washington. Zij noemen het hypocriet dat vluchtelingen uit bijvoorbeeld Afghanistan of Syrië worden geweigerd, terwijl voor witte Zuid-Afrikanen de deur juist wordt opengezet. Uit protest heeft de Episcopale Kerk zich teruggetrokken uit het Amerikaanse vluchtelingenprogramma.
Maar volgens stafchef van het Witte Huis Stephen Miller is er reden genoeg om Zuid-Afrikanen op te nemen. „Wat in Zuid-Afrika gebeurt, past in de schoolboekdefinitie van waarom het vluchtelingenprogramma is opgezet”, zei Miller. „Dit is vervolging op basis van ras.”
Afrikaners in Zuid-Afrika –onder wie vrees voor gewelddadige incidenten en landonteigening leeft– zijn verdeeld over de kwestie, valt op te maken uit reacties op sociale media. Sommigen vinden het vertrek van de eerste groep Afrikaners begrijpelijk. Anderen zien de emigranten als opportunisten, of vrezen dat het Afrikaner erfgoed nog verder onder druk komt te staan als veel mensen vertrekken.