De voorzieningenrechter gebiedt de kerkenraad daarnaast om iedere mededeling omtrent overtreding van het zevende gebod door de oud-diaken te staken. Verder dient de kerkenraad binnen drie dagen de ter zake doende kerkenraadsnotulen en de brief over deze kwestie aan de classis te overhandigen aan Jansen.

Rechter Van der Lende-Mulder Smit kondigde op 18 april tijdens de behandeling van het kort geding al aan slechts marginaal te toetsen. Dat betekent dat ze niet inhoudelijk ingaat op het verschil van inzicht tussen Jansen en de kerkenraad, maar slechts nagaat of in de kwestie de regels van de kerkorde en de door de generale synode van de Gereformeerde Gemeenten vastgestelde toelichting daarop, correct zijn toegepast.

:::inline_article 1:::

Juist op dat punt heeft de kerkenraad volgens de rechter vanaf het begin steken laten vallen. Zo heeft de kerkenraad niet aannemelijk gemaakt richting Jansen te hebben gehandeld volgens Mattheüs 18, namelijk door hem eerst onder vier ogen te spreken over beschuldigingen aan zijn adres en bij volharding in de zonden: in aanwezigheid van een of twee getuigen de kwestie opnieuw bespreken. Bovendien concludeert de rechter dat „het volgens eigen recht noodzakelijke onderzoek naar de vermeende overtreding door Henk Jansen van het zevende gebod, niet heeft plaatsgevonden en dat Henk Jansen door de kerkenraad niet is gehoord.”

:::inline_article 2:::

De rechter acht het niet uitgesloten dat een brief en een e-mail aan zijn familie, waarin Jansen sprak over schuldig staan aan Gods geboden, zijn geschreven tegen de achtergrond van een gesprek tussen Jansen en de predikant van de gereformeerde gemeente van Kruiningen, ds. G. Bredeweg. In dat gesprek op 13 december 2016 betichtte Jansen, tot dan toe scriba van de kerkenraad, de predikant van disfunctioneren. Daarbij liepen de emoties hoog op, waardoor de rechter het voorstelbaar acht dat Jansen spijt heeft van zijn aandeel in die woordenwisseling. „Te meer nu Henk Jansen ook stelt dat hij het pastorale beleid van de predikant niet (langer) kon verenigen met zijn geweten en hij daarover persoonlijk in het openbaar in de gemeente schuld wilde belijden.” Dat is echter nog iets anders dan het belijden van dadelijke zonden tegen het zevende gebod, concludeert de rechter. Dat er van die dadelijke zonden sprake is bij Jansen, heeft de kerkenraad bovendien niet kunnen bewijzen op een wijze die voldoet aan de eisen van het eigen kerkrecht.

:::inline_article 3:::

In het vonnis wordt gesteld dat Jansen terecht een beroep heeft gedaan op de rechter, omdat het nog wel tot september kan duren voor hij via de kerkelijke weg een uitspraak tegemoet kan zien over de juistheid van de opgelegde tuchtmaatregel. Hoewel de classis Goes op 17 mei over de kwestie vergadert, is volgens de rechter door de Kruiningse kerkenraad niet aannemelijk gemaakt dat Jansen nog voor september een uitspraak kan verwachten van de classis. Gezien het ingrijpende karakter van de zaak voor Jansen, vindt de rechter dat te lang duren.

De rechter wees een eis tot rectificatie richting Jansen af, omdat niet is gebleken dat via de kansel of het kerkblad beschuldigingen tegen Jansen zijn geuit. Ook de eis van het nichtje van Jansen om rectificatie wordt afgewezen, volgens de rechter omdat niet kan worden vastgesteld of het zevende gebod wel of niet is overtreden.

De partijen hebben een maand de tijd om in beroep te gaan tegen het oordeel van de rechter. Advocaat mr. P. J. den Boef stelde dinsdag in een reactie op het vonnis dat hij de kerkenraad adviseert om in hoger beroep te gaan.

De familie Jansen heeft inmiddels een e-mail aan zoveel mogelijk predikanten van de Gereformeerde Gemeenten gestuurd, waarin ze het optreden van ds. Bredeweg aan de kaak stelt.

Kerkelijke procedure rond oud-diaken gg Kruiningen inzet kort geding

Oud-ambtsdrager daagt kerkenraad gg Kruiningen voor rechter

Kerkenraad gg Kruiningen voldoet aan vonnis kort geding

Kerk & religie

RD.nl in uw mailbox?