’Nederland extreem gul door media–aandacht en betrokkenheid’
Vooral de massale media–aandacht en de speciale band van de Nederlandse bevolking met Indonesië en Thailand hebben geleid tot een ongekende gulheid van het Nederlandse volk. Dat zei hoogleraar filantropie T. Schuyt donderdag, nog voordat de grote tv–uitzending begon. Toen stond de teller al op 70 miljoen euro.
Nederland is deze keer zo gul, dat een dag voor de grote radio– en televisieacties al het oude record van 52 miljoen euro, dat de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) in 1999 voor Kosovo inzamelden, werd gepasseerd.
Schuyt stelt dat een succesvolle actie aan twee eisen moet voldoen: de ramp moet voldoende onder de aandacht worden gebracht en mensen dienen zich erdoor aangesproken te voelen. Aan media–aandacht is volgens Schuyt zeker geen gebrek geweest. „Het journaal bericht tot nu toe elke dag uitvoerig over de ramp. Dagelijks komen weer nieuwe feiten aan het licht."
De Nederlandse bevolking heeft volgens Schuyt een speciale band met het rampgebied en voelt zich daardoor aangesproken door de ramp. „Nederland heeft vanwege het koloniale verleden een relatie met Indonesië. Daarnaast is Thailand een favoriet vakantieland voor veel landgenoten. Veel mensen zijn er geweest of kennen zelfs mensen die eind december in de Thaise vakantieplaatsen waren. Daardoor zijn mensen sneller bereid geld te storten dan wanneer een ramp in onbekend gebied gebeurt."
Het karakter van de ramp speelt volgens hem ook een rol. De inwoners van de getroffen gebieden in Azië konden de ramp niet voorkomen, waardoor het medelijden van de gemiddelde Nederlander toeneemt. „Als de gebieden waren overstroomd als gevolg van het kappen van bomen, zouden veel minder mensen geld overmaken. In dat geval ziet de Nederlander de ramp als eigen verantwoordelijk van de getroffen gebieden."
Het grote maatschappelijk middenveld in Nederland heeft volgens Schuyt een voorname rol gespeeld in de inzameling van het recordbedrag. „Nederland is in dat opzicht een overgeorganiseerd land. Er bestaan zoveel stichtingen en organisaties en iedereen wil iets doen." De hoogleraar vergelijkt het huidige Nederlandse gemeenschapsgevoel met acties tijdens internationale voetbaltoernooien. „Als iemand in een straat zijn huis oranje verft, volgen er meer. Dat is nu ook het geval, als de ene scholengemeenschap geld inzamelt, doet een andere dat ook."
De grote uitzendingen van gezamenlijke omroepen op radio en televisie zijn dit jaar volgens Schuyt overigens nog beter georganiseerd dan bij voorgaande acties voor rampgebieden. „Nog nooit eerder verenigden de omroepen zich op deze manier en werd via zowel televisie als radio geld ingezameld. Dat draagt natuurlijk ook bij aan het recordbedrag."