EU: landbouw Nederland slecht voor water, lucht en biodiversiteit
De Nederlandse landbouwsector is een „bron van zorg” voor de biodiversiteit en de kwaliteit van de lucht en het water, oordeelt de Europese Commissie in een tweejaarlijkse milieu-evaluatie. Staatssecretaris Vivianne Heijnen (Milieu) heeft de rapportage naar de Tweede Kamer gestuurd.
De commissie wijst op de hoge stikstof- en fijnstofuitstoot door de landbouw in Nederland, die schadelijk zijn voor kwetsbare natuur, luchtkwaliteit en water. De concentraties daarvan zijn zo hoog, dat de commissie vindt dat Nederland op korte termijn actie moet ondernemen. Ook de uitstoot van bijvoorbeeld Tata Steel in IJmuiden moet worden teruggedrongen.
De staat van ecosystemen blijft „een aanhoudende uitdaging”, ondanks verbeteringen die Nederland heeft doorgevoerd. Volgens de commissie staan meer dan driekwart van de beschermde diersoorten en hun leefgebieden onder druk. De commissie raadt aan om „de hoge druk van agrarische activiteiten te adresseren”, meldt Heijnen.
De staatssecretaris schrijft dat de bevindingen van de commissie niet nieuw zijn voor Nederland en dat het al actie onderneemt op veel fronten. In 2020 is het kabinet het Gezamenlijk Programma Natuur gestart, waar jaarlijks oplopend 300 miljoen euro voor wordt vrijgemaakt. Ook is het Natura 2000-netwerk versterkt. Verder blijft het de inzet van het kabinet om in de landbouw „vergaande emissiereductie en milieuwinst te behalen”.