Onderwijsministers: leerachterstanden nog niet weg, wel voortgang
Basisschoolleerlingen hebben hun achterstand van de coronacrisis zo goed als ingehaald waar het aankomt op begrijpend lezen, maar ze lopen nog achter met rekenen. Ook in het voortgezet onderwijs is wel voortgang geboekt, maar lopen scholieren op sommige vlakken nog achter, schrijven ministers Robbert Dijkgraaf (Wetenschap) en Dennis Wiersma (Onderwijs) in een brief aan de Tweede Kamer.
Op de middelbare school zijn de resultaten van het vak Engels iets beter dan verwacht. De voortgang met wiskunde en Nederlands is weer minder goed.
Bij sommige vakken zijn de achterstanden makkelijker weg te werken door extra vlieguren te maken, horen de ministers van leraren. Dat is bijvoorbeeld het geval bij lezen. Bij rekenen en wiskunde geldt eerder dat het moeilijk is om de vervolgstof onder de knie te krijgen als een leerling gaten heeft in de kennis.
Leerlingen zijn ook minder gemotiveerd, hebben moeite met plannen en komen vaak niet aan leren toe, horen de ministers van schoolleiders. Die zijn ook bezorgd over hoe lekker leerlingen in hun vel zitten. Dat speelt met name bij meisjes. Ze voelen zich minder goed, hebben moeite zich te concentreren en ervaren meer prestatiedruk dan voor corona. Scholen proberen dit op te lossen door bijvoorbeeld speciale trainingen te geven en extra mentoruren te organiseren.
Om de tijdens de coronapandemie opgelopen leerachterstanden in te halen, heeft het kabinet 8,5 miljard euro uitgetrokken. Dit bedrag kunnen scholen tot en met schooljaar 2024/2025 uitgeven. In het verleden hebben Tweede Kamerleden zich vaker kritisch uitgelaten over dit investeringsprogramma. Zij vrezen onder meer dat veel van dit geld naar bijlesbureaus gaat en niet naar structurele investeringen in het onderwijs. De ministers zeggen dat het de scholen goed lukt om de plannen die ze hebben met dit geld uit te voeren.