Zij die de zee bevaren
Vogeltje op het dek. Ergens midden op de Atlantische Oceaan. Waar komt het beestje vandaan? Waar gaat het heen?
De afstand tussen Nederland en New York is met een vliegtuig in zeven uur te overbruggen. Een schip doet er zeven dagen over. Vanaf de 300 meter lange Rotterdam VII, het gloednieuwe vlaggenschip van de Holland America Line, is zo’n tocht op twee manieren te ervaren. Binnen, met eten, drinken en vrolijk zijn. Of buiten, waar de zee is.
De Atlantische Oceaan is fascinerend. Wolken, wind en water veranderen voortdurend. Er zijn golven van niks en golven van zes, zeven meter. Er zijn stralende dagen en mist waarbij geen hand voor ogen te zien is. Alleen, ’s ochtends vroeg, bij het zwembad. Water naar de zee dragen.
Zonsopkomsten die nog mooier zijn dan zonsondergangen. Dolfijnen die speels uit het water springen. Zeewater dat grijs, groen, blauw of een mix van al die kleuren is. De regenboog na een regenbui. En het vogeltje op het dek.
Psalm 107 vers 12 (berijmd) zegt het: „Zij die de zee bevaren/ Met schepen, rijkbevracht/ Zien op de grote baren/ Gods wijsheid, gunst en macht/ Daar leren zij de daân/ Des Heeren klaar bemerken/ En in de diepe paân/ Zijn grote wonderwerken.”
Amen.