In een interview dat CNN woensdag uitzond, zei VN–secretaris–generaal Kofi Annan te hopen dat al het beloofde geld ook werkelijk wordt gegeven. Ook benadrukte hij dat het bij de donaties om „nieuw en extra geld", moet gaan en dat het niet moet worden weggehaald bij andere hulpprojecten.

Hoewel donderdag in Jakarta nog wel meer toezeggingen worden verwacht, is de bijeenkomst niet in eerste instantie een donorconferentie. De leiders van 26 landen en humanitaire organisaties bespreken in Jakarta vooral de onderlinge afstemming van de donaties en de hulpoperaties. Ook komen manieren aan de orde om de schade van toekomstige natuurrampen te beperken. Zo hoopt Indonesië dat de leiders het eens worden over een waarschuwingssysteem voor tsunami’s in de Indische Oceaan. Volgens deskundigen had zo’n systeem veel levens kunnen sparen. Voor de Stille Oceaan bestaat al een waarschuwingscentrum voor de gevolgen van zeebevingen.

Deelnemers aan de conferentie zijn de landen van de Asean (Associatie van Zuidoost–Aziatische landen) en grote donoren, waaronder de Verenigde Staten, de Europese Unie, Japan, Canada en Australië. In Jakarta worden onder anderen Kofi Annan, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell, zijn Britse ambtgenoot Jack Straw en de premiers John Howard van Australië en Junichiro Koizumi van Japan verwacht.

Ook voorzitter José Manuel Barroso van de Europese Commissie en premier Jean–Claude Juncker van Luxemburg nemen deel. Dat land is momenteel voorzitter van de Europese Unie. Voor Nederland is minister Van Ardenne van Ontwikkelingssamenwerking aanwezig. Om de gasten te beschermen, heeft de Indonesische regering 14.000 agenten ingezet.

Australië kondigde woensdag aan voor 764 miljoen Amerikaanse dollar (ruim 570 miljoen euro) aan hulp te geven. Het is daarmee de grootste donateur. Voor Australië zelf is de donatie volgens premier Howard de grootste donatie uit de geschiedenis van zijn land. Eerder op de dag had Duitsland gemeld 500 miljoen euro te geven in plaats van de oorspronkelijke 20 miljoen. Daarmee was Duitsland op dat moment de gulste gever.

Het dodental als gevolg van de tsunami’s staat op ruim 146.000. Nog eens datzelfde aantal mensen in Zuidoost–Azië loopt volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) een „extreem risico" om te sterven aan besmettelijke ziekten zoals cholera en dysenterie. Vooral het gebrek aan schoon drinkwater is daar debet aan. Om het uitbreken van die ziekten te voorkomen, is volgens de WHO direct een bedrag van 45 miljoen dollar nodig.

De VN verwachten dat de bevolking in de getroffen landen nog zeker zes tot negen maanden dringend behoefte zal hebben aan noodhulp. De volledige wederopbouw van de gebieden zal nog veel langer duren.