Woede overlevenden Srebrenica blijft
Directeur Blom van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) heeft donderdag de woede van de overlevenden van Srebrenica over de inhoud van zijn onderzoek niet kunnen wegnemen.
De overlevenden, voornamelijk vrouwen, die werden vergezeld van voorman Mient-Jan Faber van het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV), spraken in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag met het NIOD. De toenmalige tolk van Dutchbat, Hassan Nuhanovic, liep opnieuw kwaad weg, zoals hij woensdag bij de officiële presentatie van de studie naar de val van de moslimenclave ook deed.
Blom concludeerde op basis van het onderhoud dat de overlevenden begrip beginnen te krijgen voor de aard van het onderzoek; een wetenschappelijke studie naar de feiten.
Uit de reacties van Nuhanovic en Faber bleek dat dit niet het geval is. „Het NIOD had tot een moreel en politiek oordeel moeten komen; gewoon moeten zeggen dat er gefaald is”, verwoordde Faber de kritiek van de overlevenden. Blom repliceerde dat het niet zijn taak was schuldigen aan te wijzen.
Het steekt Nuhanovic met name dat in het onderzoek niets wordt gezegd over de vermeende verantwoordelijkheid van Dutchbat voor het wegsturen van vluchtelingen van de basis. Daarover had het NIOD volgens hem een keihard oordeel moeten vellen, omdat Dutchbat in Nuhanovic’ opvatting had kunnen weten dat er genocide zou worden gepleegd. „Nederlandse militairen met geweren in de hand hebben de moslimmannen de basis uitgezet”, weet Nuhanovic.
Blom heeft aangeboden vaker met de overlevenden te gaan praten. Als de Bosnische vertaling van het rapport klaar is, is hij bereid naar Bosnië toe te gaan. De nabestaanden twijfelen of ze in zullen gaan op de uitnodiging. „Nieuwe gesprekken leiden waarschijnlijk tot nog meer frustraties en drama”, aldus Faber.
Het Srebrenica-rapport van het NIOD „is succesvol vergeleken bij wat er in Frankrijk op dat gebied is gebeurd.” Dit heeft de Bosnische ambassadeur in Den Haag, Lukovac, donderdag gezegd. „In Frankrijk was geen enkele ruimte om de hoge legerleiding te bekritiseren, in Nederland wel”, aldus Lukovac.