D66 wil dat toegang tot abortus een mensenrecht wordt
Nederland moet zich internationaal sterk maken voor het recht op een abortus. Dat is de strekking van een initiatiefnota die de D66’ers Sjoerdsma en Paulusma donderdag in de Tweede Kamer hebben ingediend.
Concreet luidt hun oproep om abortus in het grondrechtenhandvest van de Europese Unie te verankeren als een mensenrecht.
Volgens Sjoerdsma staat het recht op abortus in veel landen onder druk, zodat veel vrouwen daar hun toevlucht zoeken tot gevaarlijke ingrepen om hun zwangerschap te beëindigen. Hij wijst op Polen, waar de abortuswetgeving zo ingeperkt is dat een abortus amper nog mogelijk is.
„Jaarlijks sterven wereldwijd 39.000 vrouwen aan de gevolgen van een onveilige abortus. Dat is een stad ter grootte van Wageningen. Onbestaanbaar. Nederland moet het voortouw nemen om deze misstanden tegen te gaan en te strijden voor toegankelijke en veilige abortuszorg in de wereld”, aldus het Kamerlid.Nederland moet volgens D66 ook een bedrag van 3 miljoen euro reserveren voor zwangere vrouwen uit het buitenland als zij geen abortus mogen ondergaan in hun eigen land. Met dat bedrag zouden organisaties deze vrouwen kunnen helpen om naar een abortuskliniek in Nederland te komen. Per jaar komen volgens Sjoerdsma ongeveer 3000 zwangeren uit het buitenland naar Nederland voor een abortus.„Iedere vrouw die sterft aan een abortus is slachtoffer van haar eigen regering, slachtoffer van dogmatische intolerante wetgeving en van achterhaalde denkbeelden”, aldus de nota.
D66 wil ook dat abortuszorg onderdeel wordt van noodhulp in conflictgebieden. Vrouwen zijn daar vaak slachtoffer van seksueel geweld. De Kamerleden wijzen erop dat het juist daarom belangrijk is dat vrouwen die zijn verkracht de beschikking krijgen over morning-afterpillen of een abortuspil. Wat D66 betreft worden deze pillen standaard opgenomen in de noodpakketten die naar deze landen gaan.
JA21-Kamerlid Nicky Pouw is het niet eens met Sjoerdsma, schrijft het Nederlands Dagblad. „Wij zijn een liberaal en progressief land op het gebied van abortus. We mogen ons wentelen in ons eigen gelijk en zeggen dat wij het véél beter doen dan al die andere conservatieve en domme landen. Want dat is eigenlijk wat we van hen denken. Maar zij zullen vast hetzelfde denken van ons. Het is niet aan ons om met een opgeheven vinger naar andere landen te gaan en hen op te leggen wat wij vinden.”
In het Europarlement is de gedachtevorming over abortus als mensenrecht al volop gaande. Al in juni 2021 aanvaardden de Europarlementariërs een resolutie, die elke EU-lidstaat oproept abortus toe te staan. Aanleiding daarvoor was toen de oproep van de Kroatische rapporteur Pretag Matic, die met de resolutie wilde voorkomen dat „de conservatie krachten in Europa” de „rechten en de gezondheid” van vrouwen in gevaar zouden brengen.
In juli dit jaar was eveneens een ruime meerderheid van de Europarlementariërs voor een resolutie over het besluit van het Amerikaanse Hooggerechtshof om het recht op abortus in de Verenigde Staten terug te draaien. In die resolutie werd ervoor gepleit het recht op een veilige en legale abortus op te nemen in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie om zo de gezondheid van vrouwen in de EU te waarborgen. Die oproep herhaalt D66 nu.
De verwachting is dat de Europese Raad zich over die oproep gaat buigen in een aparte bijeenkomst over het herzien van de EU-verdragen. De Europarlementariërs riepen op tot die herziening op 9 juni, maar de datum waarop dat een vervolg krijgt, is nog niet bekend. Of een meerderheid van de Tweede Kamer zich achter het D66-initiatief schaart, moet blijken als de nota wordt behandeld. Ook daarvoor is nog geen datum bekend.