Dwalen over de Boschplaat op Terschelling
Dan, ten slotte, sta je op het uiterste stukje strand van Terschelling. Helemaal alleen… met duizenden kraaiende, krijsende, krassende, fluitende vogels. Zij weten hun Schepper te bejubelen. Hier moet de mens zwijgen.
De westzijde van Terschelling is belangrijk, daar speelt zich het leven van vissers, jutters en uitbaters af. Hier worden toeristen gelokt, gevoed, gelaafd en gehuisvest. Maar het oosten van Terschelling, dat is ronduit schitterend. Daar waar de fietspaden ophouden, voorbij de laatste strandtent –Heartbreak Hotel– bij Horrekooi en Dazenplak, daar begint de Boschplaat; 4400 hectare waar de natuur de baas is, gesteund door Unesco en onder toezicht van de Schepper. Rustgebied, broedgebied. Elk seizoen heeft er zijn eigen schoonheid; steeds maken vooral de vogels er de dienst uit. Op weg naar Afrika of juist op de terugreis naar zelfs Siberië moeten ze ongestoord kunnen foerageren. Jaarlijks maken zo’n 12 miljoen vogels gebruik van deze ”East Atlantic Flyway”.
Wil je werkelijk dwalen over de Boschplaat, dan moet je er na 15 augustus zijn; dan is een groot deel van het natuurgebied opengesteld. Nog beter is het om na oktober de stoute schoenen aan te trekken, als de Boschplaat vrijwel geheel toegankelijk is. Stoute laarzen zijn trouwens slimmer, want slenken en vennen gaan niet voor je opzij.
Voor een eerste kennismaking met het natuurgebied is de route langs de noordelijke duinen het eenvoudigst: de Derk Hoekstrastuifdijk. De naam suggereert meer dan het is. Het is een smal pad achter de oude duinen. Ernaast ligt mul zand, waar drie paarden enkele malen per dag een huifkar doorheen sleuren. Gelukkig blijven de meeste toeristen in ”West” hangen en is het slechts een plukje publiek dat het Amelander Gat bereikt.
Achter de duinenrij heeft zich een ongekende plantengroei ontwikkeld, van duindoorn tot kruipwilg, van buntgras tot teunisbloem, distelsoorten, eikvarens en heidesoorten. Het vogelgeschrei dwingt je om ook omhoog te kijken. Afhankelijk van wáár je loopt –de Noordzeekant of de Waddenzijde– en wannéér je er loopt, zijn alle wad- en watervogels te vangen in je verrekijker. Zelfs de bruine kiekendief heeft hier zijn broedgebied gevestigd.
Het hoogtepunt blijft steeds weer het bereiken van het Amelander Gat. Het is er nooit hetzelfde; door de wisselende getijden, maar ook door de natuur die soms een deel van het strand wegslaat of juist een nieuw duin laat aangroeien. Het vogelwachtershuisje moest vorig jaar nog verplaatst; een storm verslond een deel van de duinen.
Bij laagwater kan de terugweg langs de strandkant worden genomen. Ruim 9 kilometer strand; schoon, breed en onvergetelijk mooi. En pittig. Bij het bereiken van paal 19 –Heartbreak Hotel– valt een gevoel van trots moeilijk te onderdrukken.