CDA’ers verdeeld over WI-rapport embryokweek
Is het vanuit CDA-perspectief een verantwoorde stap om het kweken van embryo’s voor onderzoeksdoeleinden wettelijk toe te staan? „Mijn oproep aan de fractie zou zijn: Ga die Rubicon echt niet over.”
„Ik nodig u uit om dit rustig op u in te laten werken”, zegt André Poortman, stafmedewerker van het Wetenschappelijk Instituut (WI) voor het CDA. Hij leidt één van de sessies op het CDA-congres in Nijkerk, dat mede gaat over de koers van het CDA.
Poortman wil met de leden in gesprek over een rapport waarvan hij zelf de auteur is: ”Een ongekend begin”. Het lijvige werk belicht de wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van embryo-onderzoek en gaat in het bijzonder over het repareren van een gendefect in een eicel, zaadcel of een pril embryo; ook wel kiembaanmodificatie genoemd. De klinische toepassing daarvan bij patiënten, die voorkomt dat ouders een erfelijke ziekte doorgeven aan hun nageslacht, is nu nog verboden. Onderzoek ernaar is al wel toegestaan. Daar zit alleen één maar aan: om de veiligheid van deze techniek vast te stellen moet die eerst op proefembryo’s worden uitgeprobeerd.
Uitgangspunten
Dat ging het CDA tot nu toe te ver. De tekst in het Program van Uitgangspunten van 1993 luidt nog altijd dat embryo’s alleen gekweekt mogen worden met het doel er een zwangerschap mee tot stand te brengen. Ermee experimenteren mag alleen als dat in het kader van een beoogde zwangerschap het desbetreffende embryo ten goede komt. Daarvan is bij het proefonderzoek geen sprake: dat overleeft het embryo niet.
Het wetenschappelijk instituut van het CDA ziet nu toch een mogelijkheid om de deur op een kier te zetten. Namelijk door te regelen dat artsen voor dergelijk onderzoek straks alleen gebruik mogen maken van embryo’s van ouders die kampen met een erfelijke ziekte en om die reden al hebben gekozen voor een ivf-traject. „Zo’n vrouw kunnen we vragen: Wilt u een embryo afstaan ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek? Op die manier kaderen we het in en voorkomen we dat er zo maar in het wildeweg en op grote schaal embryo’s gekweekt gaan worden. Wat ons betreft, gebeurt het straks alleen in een arts-patiëntrelatie”, zo schetst Poortman de nieuwe CDA-visie.
„Wij pleiten dus niet voor het kweken van embryo’s om die te onderzoeken. Het voorstel is om toe te staan dat op een vooraf te selecteren, al gekweekt embryo onderzoek mag worden gedaan”, vervolgt de stafmedewerker van het WI. Kiest de partij voor dat standpunt, dan positioneert het CDA zich tussen seculiere partijen zoals D66, VVD en PvdA én de christelijke partijen ChristenUnie en SGP.
Theoloog prof. dr. Bert Jan Lietaert Peerbolte, voorzitter van het CDA Theologen Netwerk, is enthousiast over het rapport. Hij vertelt de zaal dat hij daar wel de nodige aarzelingen voor moest overwinnen. „Ik ben opgegroeid met de gedachte: „Kom niet aan het leven”. Maar de collega’s van de afdeling klinische genetica op de VU zeiden tegen mij: „Wat een onzin. Leven ontstaat niet pas als een zaadcel en een eicel samensmelten. Het is er gewoon, die samensmelting is alleen het begin van een nieuw proces.”
En de tegenwerping dat de mens niet moet sleutelen aan de genetische identiteit van het embryo? Lietaert Peerbolte: „Iemands identiteit is wat hij of zij wordt. Daarbij wordt de identiteit van het embryo niet gedetermineerd door de twee, vier, of acht cellen waar het in het beginstadium uit bestaat.”
Niet alle christelijke denkers komen uit het bij standpunt dat de mens niet aan de schepping mag morrelen, onderstreept Lietaert Peerbolte. „Sommigen verdedigen de co-creatie, de opvatting dat wij mensen de Schepper helpen als wij foutjes in het DNA van een embryo weten te verhelpen.”
Voor de eerste CDA’er die zich in de discussie mengt, gaat het rapport een stap te ver. „Door toe te staan dat artsen straks menselijk leven tot stand mogen brengen om daar onderzoek mee te doen, overschrijden we een cruciale grens”, zegt de man, die zich voorstelt als diaken binnen de Rooms-Katholieke Kerk.
Hoe houdbaar zijn de beperkende voorwaarden die de auteurs willen aanbrengen, vraagt een ander bezorgd lid. Hollen we straks toch niet gewoon achter de andere partijen aan? Lietaert Peerbolte: „Als we niets doen, krijgen we straks baby’s op maat, al naar gelang ieders wens.” Poortman: „Tegelijkertijd wijzen we de gedachte dat embryo’s absoluut beschermwaardig zijn af. Kleinschalig onderzoek met embryo’s is verantwoord als dat bijdraagt aan de kwaliteit van leven van een mens in wording, én van diens nageslacht.”
Ook zes andere van de in totaal negen insprekers na hen zijn kritisch, dan wel ronduit tegen. „Mijn oproep aan de fractie zou zijn: Ga die Rubicon echt niet over”, zegt Vlaardinger Hans van den Heuvel, voor in de zaal.
Stempel
De inspreker die voor is, is dat mede om politiek-strategische redenen. „Straks is een Kamermeerderheid voor kweek zonder enige beperkingen en hebben wij weer het nakijken. Zolang er nog een verbod van kracht is, kunnen wij proberen een stempel te drukken op de discussie.”
Omdat het Wetenschappelijk Instituut de kwestie heeft geagendeerd moet, nadat de leden voldoende zijn geraadpleegd, als laatste ook de Kamerfractie van het CDA zich uitspreken. „De partij heeft het onderwerp twintig jaar laten liggen. Dat kunnen we nu in één klap goedmaken”, zegt Lietaert Peerbolte.
Woordvoerster Hilde Palland-Mulder benadrukt dat de fractie ruimschoots de tijd zal nemen, alvorens haar standpunt te bepalen, maar denkt niet dat het al te laat is. „We gaan niet achteraan de boot hangen. Men weet in Den Haag dat het CDA hierover aan het nadenken is.”