Binnenland

Kroongetuige Marengo: ik vind niks meer belangrijk

Kroongetuige Nabil B. in het liquidatieproces Marengo vertelde woensdag in een onbewaakt moment hoe hij momenteel in het proces staat. „Ik vind niks meer belangrijk. Het interesseert me niet meer.” De rechtbank, het Openbaar Ministerie en de advocaten van B. grepen direct in. De vragen waren niet relevant, zei de officier van justitie.

ANP
2 November 2022 11:37Gewijzigd op 2 November 2022 16:55

In de zwaarbeveiligde rechtbank in Amsterdam-Osdorp is dinsdag en woensdag de kroongetuige gehoord in de zaak van Saïd R., de vermeende rechterhand van Ridouan Taghi, hoofdverdachte in de omvangrijke strafzaak. Toen begin 2018 bekend werd dat B. zich als kroongetuige had gemeld, is kort daarna zijn onschuldige broer Reduan vermoord. In september 2019 is B.’s advocaat Derk Wiersum doodgeschoten en in de zomer van vorig jaar is zijn vertrouwenspersoon Peter R. de Vries vermoord.

De advocaten van R. bevroegen de kroongetuige naar zijn beweegredenen om over te stappen naar justitie. „Voor mij was het toen belangrijk om te weten hoe lang ik uiteindelijk zou moeten zitten”, zei hij, doelend op de regeling dat een kroongetuige strafvermindering kan krijgen. „En nu?”, vroeg advocaat Robert van ’t Land. B. gaf daarop met een zucht aan dat voor hem nu niets meer belangrijk is. Na vervolgvragen van de advocaat werd van meerdere kanten ingegrepen.

B. wilde daarna zelf toch nog wat zeggen. „U stelt mij een persoonlijke vraag. Ik sta er nu anders in dan vijf jaar geleden. U kunt zelf wel invullen waarom.”

Marengo draait om zes moorden en meerdere pogingen daartoe. Tegen hoofdverdachte Taghi is inmiddels een levenslange gevangenisstraf geëist. De behandeling van dossiers van medeverdachte Saïd R. loopt achter op de rest van de zaak omdat hij pas veel later naar Nederland is overgebracht. Wanneer het OM de strafeis gaat formuleren tegen R. is onduidelijk.

De kroongetuige is deze week aan de tand gevoeld over de verklaringen die hij heeft afgelegd over de vermeende betrokkenheid van R. bij liquidaties en pogingen daartoe. R. liet met name zijn advocaten aan het woord, maar wilde toch wel aan de rechters kwijt dat de kroongetuige in zijn ogen liegt. „Ik weet niet wat ik moet zeggen, die man blijft maar liegen.”

R. (50) werd in februari 2020 opgepakt in Colombia, nadat hij jarenlang internationaal werd gezocht. In december vorig jaar werd hij aan Nederland uitgeleverd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer