Noord-Ierland organiseert definitief nieuwe verkiezingen
Noord-Ierland moet opnieuw naar de stembus. Het parlement is er niet in geslaagd om op tijd een regionale regering te vormen, waardoor er volgens de wet binnen twaalf weken nieuwe verkiezingen uitgeschreven moeten worden. De vorige stembusgang was nog geen halfjaar geleden.
De Britse minister voor Noord-Ierland, Chris Heaton-Harris, heeft formeel aangekondigd dat de Noord-Ieren weer moeten gaan stemmen. Een datum is nog niet vastgesteld, maar hij zegt volgende week meer details bekend te maken.
De Noord-Ieren zitten al negen maanden zonder volledig operationeel bestuur. In februari ontstond onenigheid over de afspraken die zijn gemaakt over internationale handel na de brexit. De tweede partij van het land, de Democratic Unionist Party (DUP), kan daar niet mee leven.
De lopende afspraken zijn slecht voor de banden tussen Noord-Ierland en de rest van het Verenigd Koninkrijk, vindt de DUP. Maar een aanpassing van de afspraken zou weer gevolgen hebben voor de banden met de Europese Unie en daarmee de Ierse Republiek, die daar lid van is. Dat ligt zeer gevoelig omdat veel Noord-Ieren, met de partij Sinn Féin voorop, juist bij Ierland willen aansluiten.
Sinn Féin werd in mei voor het eerst de grootste partij van het land. Volgens het Goede Vrijdagakkoord uit 1998 kan een nieuwe regering alleen gevormd worden met een Ierse nationalistische en een pro-Britse unionistische partij. De deadline daarvoor is afgelopen nacht verstreken.
Het is nog maar de vraag of nieuwe verkiezingen zullen helpen om uit de impasse te komen. De peilingen zijn sinds mei nauwelijks verschoven en de DUP houdt vast aan het standpunt dat de brexitafspraken eerst moeten worden aangepast.