Russische baptist: Geen oorlog in de hemel en dus ook niet op aarde
De mobilisatie brengt onrust onder Russische protestanten. Niemand weet of het Kremlin het pacifisme van veel christenen zal respecteren. „De mobilisatie staat boven de normale wetten”, zegt Vitaly Vlasenko.
Als de secretaris-generaal van de Russische Evangelische Alliantie (REA) in een kerk komt, spreken de bezoekers maar over één ding: de mobilisatie. President Vladimir Poetin heeft 200.000 tot 300.000 mensen nodig voor de militaire operatie in Oekraïne. Een steen in de vijver had niet groter beroering teweeg kunnen brengen dan dit bericht, eind september, zegt Vlasenko. „De mensen zijn bang. Dat kan ik me ook goed voorstellen. Onze zoon van 21 is net klaar met zijn opleiding. Hij kan zomaar worden opgeroepen.”
Kostwinner
De REA vertegenwoordigt vrijwel alle protestanten in het land: van uitbundige pinkstergroepen tot ingetogen baptisten. Hun totale aantal wordt geschat op 700.000 mensen (0,5 procent van de bevolking).
Als baptistenpredikant gaat Vlasenko nog regelmatig op zondag voor in diensten. Voordat hij de leiding kreeg bij de REA, behartigde hij de buitenlandse betrekkingen op het hoofdkantoor van de Russische baptistenunie.
Als bekend geestelijk leider klampen mensen hem nog altijd aan voor advies. „Moeders kunnen hun zonen verliezen, vrouwen hun man. Mensen worden zomaar geblokkeerd in hun carrière. Iemand anders verandert de loop van hun leven. In Rusland zijn de meeste mannen kostwinners. Dus deze aankondiging van de president brengt de oorlog op een heel persoonlijke manier thuis.”
Brief
Als in een baptistengemeente een man een oproep krijgt om bij de militaire rekrutering te verschijnen, krijgt hij een brief van de kerk. „Daarin staat dat hij lid is van de kerk en dat wij als christenen streven naar vrede en verzoening”, vertelt Vlasenko. „Elke zondag bidden wij voor vrede en verzoening. Als God geen oorlog wil in de hemel, wil Hij dat ook niet op aarde.”
Tot nu toe heeft de brief gewerkt. „Officieren hebben de mannen naar huis laten gaan. Dat is positief, maar we weten niet hoe het verder gaat. Het is mogelijk dat sommige jongens voor 5 tot 15 jaar in de gevangenis belanden. Maar wij zijn bereid te lijden voor ons geloof.”
Als het gaat over oorlog en vrede, hebben Russische baptisten altijd aan de pacifistische kant gestaan. In hun geschiedenis zit ook de invloed van de doperse Menno Simons (1496-1561) uit Friesland. Overal op de wereld keren mennonieten zich vandaag tegen oorlog en geweld.
Buurvolkeren
Vlasenko: „In de Tweede Wereldoorlog vochten wij om ons te verdedigen. Dat is goed. Maar deze oorlog is geen rechtvaardige oorlog waarin wij ons moeten verdedigen; het is een invasie van een ander land. Het is niet goed als verwante buurvolkeren tegen elkaar vechten. Er zijn altijd andere manieren om een conflict op te lossen. De kerk moet vredestichter zijn.”
Uiteraard weigeren niet alle baptisten het legeruniform aan te trekken. „Sommigen gaan toch werken in de keuken of een militair ziekenhuis. Ik denk dat dat problematisch is, want dan dien je toch het leger. Maar iedereen mag natuurlijk zijn eigen geweten volgen.”
De Russische wet voorziet tegenwoordig wel in alternatieve dienstplicht voor mensen met gewetensbezwaren. Die voorziening bestond in de Sovjet-Unie niet, maar is begin jaren negentig ingesteld na de val van het communisme. Toch is de nieuwe regeling niet zonder haken en ogen, zegt Vlasenko. „Deze vervangende dienst duurt drie jaar in plaats van één jaar in het leger. En belangrijker nog: het is onduidelijk of deze wet van toepassing is onder de mobilisatie. Onze laatste mobilisatie was in 1941. Het wettelijk kader is dus voorlopig onduidelijk.”
Afghanistan
Toen Vlasenko zelf jong was, in 1987, werd hij opgeroepen voor het Sovjetleger. Hij wist dat hij niet de eed wilde afleggen. Trouw zweren aan een atheïstische staat was moeilijk. Bovendien leggen Russische baptisten sowieso liever geen eed af.
„Ik vertelde dat ik christen was en bereid was tot het afleggen van een belofte in plaats van de eed. In antwoord daarop kwam ik op de lijst voor de oorlog in Afghanistan. Ik had geen keus dan mijn spullen in te pakken. Terwijl ik daarmee bezig was, kreeg ik het bericht dat ik in Rusland mocht blijven. Ze wilden me gewoon testen, denk ik. De rest van mijn diensttijd werkte ik in een fabriek voor militaire vliegtuigen. Daar hoefde ik geen wapen vast te houden. Maar sommigen die in eenzelfde situatie zaten, draaiden twee jaar lang de gevangenis in.”
Voor jonge mannen is de huidige mobilisatie moeilijk, denkt Vlasenko. „De regering wil dat iedereen patriottisch is. Maar als christenen hebben we een dubbel burgerschap. Onze eerste loyaliteit behoort aan Gods koninkrijk; onze tweede pas hier aan ons volk hier op aarde. We moeten eerst naar God luisteren. Dat geeft soms spanning.”
Hoe patriottisch bent u?
„Niet dat ik altijd trots ben op mijn volk. Maar ik wil het beste voor mijn land; dat het zich ontwikkelt en welvarend is. En zeker ook dat het niet in oorlog is met ons buurland.”
U gebruikt het woord oorlog. Is dat toegestaan?
„Ik ben ook wel in staat om te zeggen: militaire operatie. Maar velen gebruiken nu het woord oorlog. Ik denk dat dat inmiddels wel mag. Het leger vernielt wegen en bruggen en doodt burgers; daarmee is het een echte oorlog. Maar als ik eerlijk ben, vind ik het ook verschrikkelijk om dit een oorlog te moeten noemen.”
Hoe kijkt u als christen naar dit gebeuren?
„Ik ben er diep van overtuigd dat Jezus ons als christenen oproept tot vrede. En om goed te zijn voor onze naasten. Dat brengt het beste voor beide volken die nu in oorlog zijn. Ik voel de geestelijke verantwoordelijkheid voor het optreden van mijn land. Daarom wil ik namens mijn volk graag om vergeving vragen voor het geweld.”