Nederland in top van Europese voedselverspillers
Nederland behoort tot de top vijf van Europa’s grootste voedselverspillers. Zo’n 161 kilo aan etenswaar verdween in 2020 per Nederlandse inwoner in de vuilnisbak. Het Europese gemiddelde ligt met 127 kilo aanzienlijk lager.
Uit onderzoek dat het Europese statistiekbureau Eurostat dinsdag publiceerde, blijkt dat Nederland met name bij de productie van voedsel veel eten verspilt. Zo’n 59 kilo wordt er op die manier per hoofd van de bevolking verkwist, fors meer dan het Europese gemiddelde van 23 kilo.
Carla Dik-Faber, voormalig ChristenUnie-Kamerlid en projectleider GroeneKerken, is niet verbaasd over de cijfers. „De cijfers gaan maar mondjesmaat omlaag. Nederland scoort al jaren slecht wat dit onderwerp betreft. We hebben een enorme voedselindustrie en een keten die erg strenge eisen aan voedsel stelt.”
Zo ligt er volgens Dik-Faber in geen van de grote Nederlandse supermarkten „een appel met een plekje.” Groente en fruit in de supermarkt zijn volgens haar vaak van A-kwaliteit. „En de groenten die wat afwijken noemen we ‘buitenbeentjes’, maar die zouden eigenlijk de standaard moeten zijn.” Het zijn volgens Dik-Faber eisen die de voedselketen aan boeren stelt. „De consument is daar inmiddels aan gewend geraakt en wil niet meer anders.”
Bij het inpakken van voedsel gaat volgens het voormalig CU-Kamerlid ook een hoop mis. „Veel etenswaar wordt verpakt. Denk bijvoorbeeld aan voorgesneden fruit of groenten in blik. Soms wordt het product verkeerd gelabeld of komt er een onjuiste houdbaarheidsdatum op. Bij dergelijke fouten verdwijnt het eten al snel in de vuilnisbak.”
Wat betreft huishoudens scoort Nederland beter. Gemiddeld gooide elk Nederlands gezin in 2020 zo’n 59 kilo aan eten weg. Europees gezien ligt dit rond de 70 kilo.
Maar het kan volgens Dik-Faber altijd beter. „Maak een boodschappenlijstje. Op die manier koop je alleen wat je echt nodig hebt.” Daarnaast waarschuwt ze voor koopjes. „Supermarkten zeggen wel dat ze zich inzetten voor voedselverspilling, maar uiteindelijk willen ze dat de consument met een volle boodschappenkar naar huis gaat. En door aanbiedingen koop je vaak meer dan je nodig hebt.” Ook een hapjes- of restjesdag is volgens Dik-Faber een prima manier om voedselverspilling tegen te gaan.
Volgens het voormalig Kamerlid blijven de consequenties van voedselverspilling niet beperkt tot Europa alleen. Behalve dat het een verkwisting van arbeid is en slecht voor de portemonnee, heeft het volgens haar ook desastreuze gevolgen voor de planeet. „Bij de productie van voedsel komt veel CO2 vrij. Dat heeft een negatieve impact op het klimaat. Hoe minder er verspild wordt, hoe beter dat voor de aarde is.”
Uiteindelijk past het volgens Dik-Faber ook bij een leven als christen om op een bewuste manier met voedsel om te gaan. „De waardering voor voedsel is in Nederland ver te zoeken. Uiteindelijk is ons eten een geschenk van God. Daar moeten we meer bij stilstaan. Herwaardeer het voedsel, ook al liggen de supermarkten vol. Volgende week tijdens de dankdag voor gewas en arbeid is het een mooi moment om daar extra bij stil te staan.”