Geen wapenstok voor boa in grote gemeente
De meeste grote gemeenten willen nog niet dat hun buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) uitgerust worden met een korte wapenstok. Dat blijkt uit navraag door het ANP.
Sinds deze zomer kunnen gemeenten bij de lokale driehoek een vergunning aanvragen voor het gebruik van de wapenstok. Maar dit heeft er nog niet toe geleid dat de wapenstok op veel meer plekken beschikbaar is gekomen voor de boa’s.
Zo zeggen onder meer Amsterdam, Den Haag, Haarlem, Maastricht, Leiden, Delft en Arnhem nog niet te weten of de wapenstok tot de standaarduitrusting van de boa moet gaan behoren. Dit geluid is te horen bij 11 van de 32 ondervraagde gemeenten. Zo laat Delft weten dat dit jaar eerst is gestart met onder meer handboeien. „Maar aan een verdere uitrusting met geweldsmiddelen zijn we nog niet toe.” Bij meerdere van deze gemeenten lopen de gesprekken nog volop.
Dertien gemeenten, waaronder Rotterdam, Almere, Eindhoven, Deventer, Apeldoorn, Nijmegen, Tilburg en Alphen aan den Rijn, willen hun boa’s geen wapenstok geven. Zo stelt Alphen aan den Rijn dat er geen sprake is van structurele problemen „die aanleiding zijn voor het bewapenen van de boa’s.” Ook zegt de gemeente goede ervaringen te hebben met de bodycam die de boa’s dragen „en die in de overgrote meerderheid van de gevallen preventief goed werkt.”
In juni schreef minister Dilan Yeşilgöz (Justitie) aan de Kamer dat gemeenten een aanvraag kunnen starten bij de lokale driehoek (politie, justitie en burgemeester). De driehoek adviseert de minister, die uiteindelijk beslist. Van de ondervraagde gemeenten zeggen Breda, Ede, Den Bosch, Zoetermeer, Alkmaar en Haarlemmermeer dat boa’s nu al een wapenstok hebben of deze zullen krijgen.
In Nederland werken ongeveer 23.000 boa’s, onder meer als handhavers voor gemeenten en in het openbaar vervoer.