OM ziet familie als brein ‘zwembadmoord’ en eist tot 20 jaar cel
Het Openbaar Ministerie heeft bij de rechtbank in Groningen celstraffen tot twintig jaar geëist tegen drie schoonfamilieleden van de in 2012 vermoorde Jan Elzinga. De officier van justitie is ervan overtuigd dat zij opdracht gaven voor de zogenoemde ‘zwembadmoord’.
Elzinga (40) werd bij een zwembad in Marum doodgeschoten door Pascal E. met instructies van Willem P. De mannen kregen in 2014 celstraffen van respectievelijk vijftien en twintig jaar. P. sloot in de cel een deal met het OM en werd kroongetuige. Hij vertelde in ruil voor een strafkorting dat de vriendin van Elzinga, haar broer en moeder het brein waren. De familie wilde van Elzinga af omdat hij zijn vriendin mishandelde, stelt P.
Schutter E. wees al in 2012 op een samenzwerende schoonfamilie. Het OM zag toen te weinig bewijs. Dat is er volgens de aanklager nu wel. Het gaat onder andere om in 2021 afgeluisterde telefoongesprekken en sms-berichten tussen de familieleden uit 2012, die vorig jaar zijn aangetroffen.
De officier eist tegen de broer, Marcel H. (40) uit Nieuw-Roden, en Elzinga’s vriendin Monique H. (43) uit Hollandscheveld twintig jaar cel. Zij zouden de grootste rol hebben gehad bij het uitlokken van een „koelbloedige liquidatie”. Moeder Jacoba van der L. (60) uit Roden zou zeventien jaar moeten zitten. Die straf eist het OM ook tegen Johan L. (57) uit Kampen. Hij was de schakel tussen de familie en P. en regelde het vuurwapen, aldus het OM.
Verklaringen van kroongetuige P. zijn voor het OM belangrijk bewijs. P. had bij zijn proces in 2013 en 2014 gezwegen. Hij wilde in de cel alsnog openheid van zaken geven. De schoonfamilie vindt hem onbetrouwbaar. P. gaf maandag in de rechtbank toe dat hij heeft gelogen in verklaringen. Daarnaast heeft hij belastend sms-verkeer tussen hem en Marcel H. in elkaar geknutseld. Dit om de familie extra verdacht te maken. Daarbij speelde teleurstelling over de beloning mee. Hij en de schutter ontvingen samen 30.000 euro, aldus P. Pogingen om meer te krijgen zouden zijn mislukt.
Het OM geeft toe dat zij „onzorgvuldig” heeft gehandeld bij P.’s bewijs, maar zijn fouten met aanvullend onderzoek hersteld. Veel bewijs via P. vindt het OM wel betrouwbaar. De familie ontkent alle betrokkenheid. De advocaten krijgen donderdag en vrijdag het woord.