Prof. Kema: Schimmels zijn deel van Gods onzichtbare schepping
Wat is het grootste levende organisme ter wereld? vroeg spreker Gert Kema aan zijn publiek zaterdagmiddag op het symposium dat het Logos Instituut samen met Geloofstoerusting en Fundamentum organiseerde in Hardinxveld-Giessendam. Het antwoord: „Een schimmel.”
Kema voelt zich sterk aangetrokken tot de geloofsbelijdenis van Nicea: „Ik geloof in één God, de almachtige Vader, Schepper des hemels en der aarde, van alle zienlijke en onzienlijke dingen.” Schimmels behoren tot deze „onzienlijke dingen”, meent de hoogleraar fytopathologie aan de Wageningen Universiteit.
Ook in de oudheid waren schimmels bekend. Kema neemt zijn publiek mee door de Bijbel. Ook daarin komen schimmels ter sprake. „Vooral als plaag en straf.” Zo komen in Leviticus 13 en 14 „melaatsheid” voor aan huizen, kleden en touw. In Deuteronomium 28 „brandkoren en honingdauw.” De inwoners van Gibeon in Jozua 9 hadden beschimmeld brood vanwege hun lange reis.
Wat zijn schimmels eigenlijk? Kema onderscheidt twee soorten: eencellige, knopvormige gisten en schimmels die een ondergronds dradennetwerk maken, een mycelium.
Gisten zijn onmisbaar voor de mensheid, voor het bereiden van voedsel brood en wijn. „Ze zetten suikers om in alcohol en CO2. Ook maken ze kleurstoffen en andere producten. Je zou kunnen zeggen: Zonder gist kunnen we niet leven.”
Neus en oren
Schimmels en andere micro-organismen zijn overal, vervolgt Kema. „Ook in deze ruimte zweven ze rond, ze zitten in onze neus en oren en onder onze oksels. En in onze darmen.”
De aantallen micro-organismen in het menselijk lichaam zijn indrukwekkend. In elk mens huizen er zo’n 38 biljoen, samen zo’n 200 gram. „Toch worden we er niet ziek van. Dat komt door ons immuunsysteem.”
Ook in de bodem leven er ontzettend veel: in een theelepeltje goede grond zitten er een miljard. Planten kunnen niet zonder. Ze vormen er een samenwerkingsverband mee, een symbiose. Dat geldt onder andere voor voedingsgewassen zoals mais en aardappelen, laat Kema zien op zijn powerpoint. De planten scheiden stoffen uit die de schimmel gebruikt om te groeien. De schimmel op zijn beurt levert mineralen waar de plant voordeel van heeft.
Een bekende vorm van symbiose zijn de korstmossen, dat is een samenwerking tussen algen en een schimmel. Algen hebben chlorofyl en kunnen met fotosynthese suikers maken. Daarvan profiteren de schimmels die aan de alg op hun beurt mineralen leveren. Kema: „Korstmossen zijn een aanwijzing dat de lucht gezond is. In bossen bij San Francisco hangen ze is slierten naar beneden.”
Er bestaan in totaal zo’n miljoen soorten schimmels, schat Kema. Daarvan zijn er momenteel zo’n 100.000 beschreven. Ze worden ook toegepast in de industrie. „De soort aspergillus kan bijvoorbeeld zetmeel afbreken. En penicilline is heel bekend om bacterie-infecties te bestrijden.”
Vliegenzwam
Ook bestaan er eetbare schimmels. „Ga maar naar de supermarkt. Daar liggen de schappen vol met champignons, oesterzwammen en cantharel. Ook een aantal paddenstoelen in het bos zijn eetbaar. Maar dan moet er wel een beetje verstand van hebben. De bekende vliegenzwam –ik hoorde zonet dat-ie de schimmel van het jaar is geworden– is bijvoorbeeld niet eetbaar.”
Schimmels hebben ook hun donkere zijde, gaat de schimmeldeskundige verder. Ze kunnen ziekten veroorzaken bij mens en dier. „Maar we kunnen ze behandelen met schimmeldodende middelen, met fungiciden.”
Die bestrijdingsmiddelen hebben echter ook hun kwalijke kant: schimmels kunnen er resistent tegen worden. „Dat kun je goed zien bij de Panamaziekte in de bananen. Voor een bananenteler is het spuiten of stoppen. Als je een banaan eet, moet je je maar realiseren dat de kostprijs voor een derde wordt bepaald door het gif dat erop is gespoten.”
Geschapen
Ziekteverwekkende schimmels zijn waarschijnlijk niet zo geschapen, vermoedt Kema. „Maar een goede schimmel kan door een mutatie in het erfelijk materiaal een ziekteverwekker worden. Schimmels blijken heel gemakkelijk te kunnen muteren en hun ziekteverwekkende eigenschappen te kunnen doorgeven aan andere schimmels.”
Van de meeste schimmels is het overgrote deel met het blote oog niet te zien, dat bevindt zich onder de grond. Dat geldt ook voor de grootste levende schimmel, de indrukwekkend grote honingzwam. Deze groeit in het Malheur National Forest in de Amerikaanse staat Oregon. „De schimmeldraden van deze paddenstoel leven een meter onder grond, zijn duizenden jaren oud en samen zo groot als 1350 voetbalvelden.”
Kema: „Schimmels zijn een fascinerend deel van Gods onzichtbare schepping. Ze illustreren Gods goede zorg voor Zijn schepping. Ik werk er al meer dan 35 jaar mee. En het verveelt me niets.”