Door de enorme verwoestingen aan de infrastructuur loopt het transport van hulpgoederen spaak en veroorzaakt de plotselinge toestroom van enorme hoeveelheden en aantallen hulpgoederen en hulpverleners opstoppingen. „Het komt er denk ik gewoon op neer dat er te veel mensen op deze plaatsen arriveren”, aldus Jamie McGoldrick van het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden (OCHA) van de VN.

Ook het Internationale Rode Kruis spreekt van „logistieke uitdagingen”, vooral in de Indonesische provincie Atjeh, die het dichtst bij het epicentrum van de beving lag. Het Rode Kruis zei op helikopters te vertrouwen voor het transport van hulpgoederen naar de getroffen gebieden.

De UNHCR, de VN-organisatie die doorgaans slachtoffers van oorlogen en anderen die voor vervolging op de vlucht zijn helpt, begon gisteren een zes maanden durende operatie voor de opvang van tsunami-slachtoffers. De UNHCR deed dat in reactie op de oproep van secretaris-generaal Kofi Annan aan alle VN-organisaties om te helpen. „Dit is inderdaad een zeer bijzondere situatie”, zei hoge commissaris voor de vluchtelingen Lubbers. „De dimensies van deze ramp zijn enorm. Het is zinnig dat een operationele dienst met de ervaring van de UNHCR beschikbaar is als onderdeel van de internationale hulpverleningsinspanning van de VN.” De UNHCR heeft ook jarenlange ervaring met de opvang van oorlogsvluchtelingen in Indonesië en Sri Lanka, de twee landen die het zwaarst door de zeebeving getroffen zijn.

Het hoofd van de VN-Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is gisteren in de Indonesische hoofdstad Jakarta aan een vijfdaags bezoek aan Indonesië en Sri Lanka begonnen. De Voedsel- en Landbouworganisatie en het Wereldvoedselprogramma van de VN (FAO en WFP) zijn betrokken bij de voedselvoorziening in de getroffen landen.