De bibliotheek van bisschop Eusebius
Zeventienhonderd jaar geleden was er in Caesarea een grote en beroemde bibliotheek die door geen enkele christelijke geleerde in die tijd kon worden genegeerd. Dat was de bibliotheek van de bisschop van die stad, Eusebius (ca. 260-339).
Klein kan het huis waarin de bibliotheek van Eusebius gevestigd was, niet geweest zijn. In zijn dagen telde deze namelijk al 30.000 manuscripten. Het kan zijn dat de bibliotheek zich bevond in het gedeelte van Caesarea dat archeologen al hebben opgegraven, maar dat ze deze niet hebben herkend omdat er niets meer van terug te vinden was. Evengoed kan het zijn dat de ruïnes van het gebouw zich nog ergens onder de grond bevinden. Tenslotte is maar 10 procent van de oude havenplaats opgegraven.
Caesarea was een havenplaats die door koning Herodes de Grote (37 tot 4 voor Chr.) op grootse wijze werd uitgebreid. Hij liet een haven aanleggen, waarvan later niet alleen de Romeinse soldaten maar ook Paulus gebruikmaakte. Op de heuvel die uitzag op de haven liet hij een tempel bouwen. Toen de Romeinen in 6 na Chr. direct bestuur gingen uitoefenen over Palestina, maakten ze van Caesarea de hoofdstad. De stad werd nog belangrijker nadat twee Joodse opstanden Jeruzalem verzwakten. Pontius Pilatus (26-36 na Chr.) is een van de stadhouders die in Caesarea woonden.
Origines, die waarschijnlijk in 233 naar Caesarea kwam en daar een school oprichtte naar het model van scholen in het Egyptische Alexandrië, richtte de bibliotheek in. De geleerde zou zich nu in het Heilige Land bevinden - bij de plaatsen waar de bijbelse gebeurtenissen hadden plaatsgevonden en bij de gemeenschap van de Hebreeuwssprekende joodse christenen.
In de tweede helft van de derde eeuw breidden de priester Pamphilus en zijn leerling Eusebius het boekenbezit drastisch uit. Dat kon, want in de jaren 262 tot 303 leden christenen niet onder vervolgingen.
In de bibliotheek stonden codices van de Bijbel, commentaren en Griekse filosofische werken. Toen Eusebius zijn beroemde boek over de geschiedenis van de kerk schreef, maakte hij gebruik van de bibliotheek. Hij besteedde in zijn werk veel aandacht aan de martelaren van de Vroege Kerk.
Ook in zijn woonplaats -de zetel van de Romeinse gouverneurs- vonden christenen die weigerden hun geloof te verloochenen de dood. Eusebius schrijft bijvoorbeeld over Marinus, die zich in het leger onderscheidde, uit een goede familie kwam, rijk was en op het punt stond te worden gepromoveerd tot centurio. Maar iemand beschuldigde hem ervan een christen te zijn. Toen hij weigerde zijn geloof te verloochenen, werd hij onthoofd.
In de eerste veertig jaar van zijn leven zag Eusebius zelf nauwelijks vervolgingen, maar in 303 begonnen ze weer onder keizer Diocletianus. Ook Eusebius’ mentor, Pamphilus, stierf op 16 februari 310 in de gevangenis na martelingen. Bij de verovering van Caesarea door de moslims in 640 is de bibliotheek verwoest.
Wie vandaag Caesarea bezoekt, kan zich gemakkelijk een voorstelling maken van hoe de stad er vroeger heeft uitgezien. In speciale zalen op een van de pieren zijn videopresentaties waar bezoekers veel kunnen leren over belangrijke personen die betrokken waren bij de geschiedenis van Caesarea, beginnend met koning Herodes en eindigend met baron de Rothschild, die de streek opkocht om hem tot toeristisch gebied te ontwikkelen. De Byzantijnse tijd (324-640 na Chr.) komt er echter wat bekaaid af; Origines en Eusebius worden niet genoemd.
RD-correspondent Alfred Muller zocht in Israël naar sporen van mensen die in het verleden in het Heilige Land op bezoek zijn geweest of er hebben gewoond en gewerkt. Hij vond er zes. In drie weken tijd worden de lezers meegenomen naar plaatsen in Israël waar historische figuur hun sporen hebben nagelaten. Dinsdag deel 1, donderdag deel 2.