De stakingen vinden met name plaats in de publieke sector. Ook op sommige scholen wordt het werk neergelegd. Nog geen 10 procent van de leerkrachten in het middelbaar onderwijs doet echter mee aan de stakingen, en op de basisscholen is dat percentage nog lager. Op meerdere plekken, waaronder Parijs, Marseille, Rennes, Toulon, Le Havre en Straatsburg, worden demonstraties gehouden.

Op station Gare de Lyon in Parijs kwam dinsdagochtend om de 15 à 20 minuten een overvolle trein aan; de topdrukte werd veroorzaakt door het uitvallen van andere ritten. Volgens een van de vakbondsleiders zijn de stakende spoorwegmedewerkers vastbesloten om reële loonsverhogingen te krijgen. In de regio van de Franse hoofdstad is ook het busverkeer ontregeld, maar de metro rijdt er zo goed als normaal. Ook bij een deel van de kerncentrales in Frankrijk wordt gestaakt.

De nationale stakingsdag volgt op de stakingen die al langer plaatsvinden bij brandstofdepots van olie- en gasconcern TotalEnergies, waardoor een deel van de pompstations zonder brandstof zit. De Franse regering vindt de stakingen daar buitenproportioneel en gaf werknemers de opdracht om in ieder geval op twee locaties van TotalEnergies deze week hun werk te hervatten.

De vakbonden hadden gehoopt dat daardoor de bereidheid tot staken in andere sectoren zou toenemen, maar dat lijkt tegen te vallen. Nieuwszender BFMTV meldt op basis van een opiniepeiling dat 39 procent van de bevolking de oproep tot een nationale stakingsdag steunt. Ongeveer de helft is tegen. Ook groeit de onvrede over de stakingen in de olie-industrie. De grootste vakbond van Frankrijk, CFDT, had vooraf al aangekondigd zijn leden niet te zullen oproepen om te gaan staken.