Pissebedden bezorgen Utrecht onderscheiding
Utrecht mag er wezen als het gaat om de aanwezigheid van ‘bodemdieren’. Vooral spinachtigen, pissebedden en kevers krioelen er lustig rond. Ze hielpen de stad aan de eretitel Bodemdierenstad van het Jaar, die voor het eerst is toegekend door het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) en het Centrum voor Bodemecologie.
De Domstad valt vooral in de prijzen door de totale diversiteit aan bodemdieren, al bleken naaktslakken, huisjesslakken en miljoenpoten wat minder massaal aanwezig. Wel werd de rookwants ontdekt, die pas sinds 1987 in ons land voorkomt. Molshopen werden in Utrecht niet waargenomen.
Voor het krijgen van de onderscheiding zijn vooral de diversiteit aan bodemdieren midden in het centrum én de extra aandacht voor dat bodemleven daar belangrijk. „Bodemdieren zijn onmisbaar om een stad aangenaam en leefbaar te houden, voor alle inwoners”, aldus de initiatiefnemers.
„Een gezonde, levende bodem is natuurlijk overal belangrijk - maar in de stad extra. Bodemdieren recyclen ook daar dode planten tot voedingsstoffen voor nieuw leven, voorkomen droogte en dienen zelf als voedsel voor zoogdieren en vogels. Regent het hard, dan staat de straat niet binnen de kortste keren blank als je goed voor je bodem zorgt”, leggen ze uit.
Rotterdam, Maastricht en Den Haag maakten ook een goede indruk op de organisatoren.