Vaste burchten in Roemenië
Het bewandelen van de stijgende weg met ongelijk liggende kinderkopjes vraagt om een langzaam tempo. Na 100 meter wacht een poort en daarachter gaat het nog verder omhoog, om uit te komen bij de poort naar de eigenlijke kerk, nog eens 10 meter hoger.
We zijn in Viscri, een schilderachtige dorp in Roemenië met 400 inwoners, waar koning Charles III van Engeland sinds een aantal jaren een oude boerenhoeve bezit. Hij heeft er meer panden gekocht en ondergebracht in een stichting – stokoude huizen die mensen kunnen huren.
Charles is gevallen voor, bijkans verliefd geworden op het land waar tot ruim dertig jaar geleden dictator Nicolae Ceausescu met keiharde hand de scepter zwaaide. Verliefd geworden met name op het zuidelijke gedeelte van Transsylvanië, dat tegen de Karpaten aan ligt en eeuwenlang deel uitmaakte van het Hongaarse en later het Oostenrijks-Hongaarse rijk. Verliefd geworden op het gebied waar vanaf de 11e en 12e eeuw de zogenoemde Saksen neerstreken, uitgenodigd door de Hongaarse koningen om de landsgrenzen te komen verdedigen in ruil voor grond.
De Karpaten, die nu de ruggengraat vormen van het huidige Roemenië, fungeerden eeuwenlang als een natuurlijke afbakening van het Hongaarse rijk. Toch wisten keer op keer volken als Tataren en Mongolen erdoorheen te dringen en de bevolking te terroriseren, uit te roeien en hun land in te pikken. Dat moest dus anders. De Saksische kolonisten moesten de zuidgrens gaan bewaken terwijl de Szeklers, een oeroude Hongaarse stam, de oostgrens aan de binnenkant van de Karpaten in de gaten hielden.
De Saksen versterkten hun huizen en bouwden na weer zo’n inval burchten rond hun kerken, waarbinnen mensen en vee veilig waren. Die noodzaak liet zich vooral gevoelen toen vanaf eind 14e eeuw de Ottomanen hun begerige ogen hadden laten vallen op het land achter en binnen de Karpaten.
Grote sleutel
Nog steeds zijn er zo’n honderd burchtkerken in de streek te bewonderen, sommige zelfs met een dubbele omwalling. Het doel was overal gelijk, de uitvoering steeds anders. Elke keer wanneer met een grote sleutel de deur van zo’n slot open knarst, voelt de bezoeker weer een en al verbazing. Eeuwen van gebed, prediking, zingen en samenkomen worden voelbaar in de gevarieerde, maar intieme bouw, met diverse staaltjes volksvlijt en volkskunst. Gestolde tijd die nog altijd ontroert.
Gestold, omdat in veel van die kerken nauwelijks nog kerkdiensten plaatsvinden. Of nog maar een enkele keer per maand. De Saksische bevolking is in de jaren na de Tweede Wereldoorlog dermate uitgedund, dat predikanten soms wel een dertigtal gemeenten moeten bedienen.
Gemoedsrust
In Viscri wordt slechts één keer per maand dienst gehouden, vertelt Ramona Forendel, een van de vier vrouwen die zijn aangesteld als gastvrouw van de burchtkerk in het dorp. „Ons dorp telt nog 31 Saksen”, zegt ze, „25 mensen die hier van oorsprong wonen en onze familie, die hier drie jaar geleden vanuit Augsburg is neergestreken. We waren de hectiek van Duitsland zat, die vormde een aanslag op onze gemoedsrust. We kwamen hier terecht omdat de familie van mijn man hier oorspronkelijk vandaan komt.” En inderdaad, op de herdenkingsborden van de slachtoffers van de Eerste en de Tweede Wereldoorlog staan veel mannen met de naam Forendel.
Viscri heet in het Duits Weisskirch. Saksen zijn Duitstaligen. Ze komen echter niet uit de huidige deelstaat Saksen, maar uit de bisdommen Trier, Keulen en Luik. In de middeleeuwen werden Duitstaligen Saxones genoemd.
De oorspronkelijk Saksische bevolking in Roemenië spreekt een zangerig soort Duits dat op sommige momenten zelfs Nederlands aandoet. In Viscri noemen ze een varken ”verken” in plaats van ”schwein”. ”Nicht” is bij hen ”niet” en zo zijn er meer voorbeelden te geven. Een deel van de Saksen kwam ook uit wat toen de Lage Landen heette, met name uit Vlaanderen en Brabant. Er is ook nog steeds een dorp in Roemenië dat Barabant heet. „Luxemburgers herkennen de taal als hun eigen variant van het Duits”, zegt Ramona.
Het was de Nederlander Ton van Rijen die de link ontdekte tussen de Saksen van Zevenburgen (Transsylvanië) en zijn eigen Brabantse achtergrond. Als CEO van General Electric kwam hij veel in Roemenië, ook in het gebied van de Saksen. Net als koning Charles viel hij als een blok voor het land en met name voor de burchtkerken. Hij besloot na zijn vervroegde pensionering met zijn tweede vrouw, de Roemeense Gabi, geld en energie te investeren in de kerk van Axel Sever of Frauendorf.
In de omwalling realiseerde hij een klein etnografisch museum en een gastenverblijf; een beheerdersechtpaar werd aangesteld.
Inspirator
Van Rijen overleed acht jaar geleden en liet daarmee ook zijn Saksische ‘kind’ verweesd achter. Elisabeth, die als sleuteldrager de kerkdeur opent naar weer zo’n wondere wereld van eertijds, verzucht: „We doen ons best, maar het is zonder deze grote inspirator moeilijk de zaak draaiende te houden, terwijl er nog zo veel valt te renoveren.” Met name de kerk zou het dubbel en dwars verdienen. Een pittige klim is voor een bezoek aan deze kerk niet nodig, want hij is niet op een rots gebouwd, maar staat aan de laag gelegen doorgaande weg naar Medias – ook zo’n oud karakteristiek stadje met een kerk waar ook Luthers ”Een vaste burcht” stoer en overtuigend gezongen kan worden.
De auteur studeerde van 1976 tot 1978 aan het theologisch instituut van de Hongaarse protestantse kerken te Cluj/Kolozsvar.