Ook Zuid-Holland wil Haagse vreugdevuren vergunning geven
De traditionele vreugdevuren in Scheveningen en Duindorp komen weer een stapje dichterbij. De provincie Zuid-Holland is van plan om de organisatoren een natuurvergunning te geven. De houtstapels op het Haagse strand werden vier jaar geleden voor het laatst in brand gestoken om het nieuwe jaar in te luiden.
De gemeente Den Haag gaf de organisatoren in de twee Haagse buurten eind september een evenementenvergunning. Dat betekent dat hun plannen voor de veiligheid van bezoekers en omwonenden zijn goedgekeurd.
Om de vreugdevuren door te kunnen laten gaan, hebben de organisatoren ook een natuurvergunning van de provincie nodig. Duindorp en Scheveningen liggen beide naast een beschermd Natura 2000-gebied. Bij Duindorp gaat het om het Westduinpark en Wapendal, bij Scheveningen om Meijendel en Berkheide. Door de rook van het vreugdevuur kan daar stikstof terechtkomen. De Omgevingsdienst Haaglanden heeft voor de provincie uitgerekend dat de natuurgebieden „niet worden aangetast” door de stikstofuitstoot van de vreugdevuren.
De natuurvergunningen voor Scheveningen en Duindorp zijn nog niet definitief, ze liggen nog ter inzage bij de provincie. Tot begin november kunnen mensen en organisaties bezwaar maken. Daarna beslist de provincie of de vergunningen definitief worden verstrekt. Zonder die toestemming kunnen de vreugdevuren niet doorgaan.
De organisatoren van de vreugdevuren hebben ook een watervergunning nodig. Het hoogheemraadschap Delfland laat weten dat het nog bezig is met de beoordeling van de vergunningaanvragen. Ook moet de gemeente Den Haag nog een milieuontheffing geven.
Duindorp en Scheveningen bouwden tientallen jaren lang elk jaar houtstapels op de stranden. Die werden aan het begin van het nieuwe jaar in brand gestoken. De buurten streden met elkaar om de hoogste toren. Bij het vreugdevuur van 2018 op 2019 ging het mis. De harde wind blies smeulend hout over Scheveningen. De vonkenregen richtte daar voor ruim een miljoen euro schade aan. Daarna bleek dat de beide stapels op het strand veel hoger waren dan was afgesproken met de gemeente. De torens mochten 35 meter worden, maar de Duindorpse stapel was bijna 49 meter hoog en die in Scheveningen ruim 45 meter. De gemeente deed niet genoeg om de regels te handhaven. Het onderzoek leidde tot het opstappen van burgemeester Pauline Krikke.
Vanwege de vonkenregen mochten Scheveningen en Duindorp geen vreugdevuren afsteken bij de jaarwisseling van 2019 naar 2020. Daarna gooide het coronavirus twee keer roet in het eten. Om herhaling te voorkomen, mogen de vuurstapels dit jaar maximaal 10 meter lang, 10 meter breed en 10 meter hoog worden.