Groningen: excuses en schadevergoeding rond huis Joodse eigenaren
De gemeente Groningen biedt excuses aan en betaalt een schadevergoeding wegens de onterechte vordering van een huis van Joodse eigenaren tijdens de Tweede Wereldoorlog, meldt het college woensdag. Zij volgt daarmee de aanbevelingen van een onafhankelijke commissie, die onderzoek deed naar de kwestie.
Wat betreft de vordering van het huis van de familie aan de Kamplaan 8 in Groningen spreekt de commissie van een „groot onrecht”. De gemeente erkent „moreel onjuist” te hebben gehandeld. Destijds liet die de burgemeester van Groningen in het huis wonen.
De gemeente beriep zich destijds op landelijke regels die na de oorlog voorrang gaven aan het huisvesten van voor de wederopbouw belangrijke functionarissen. Maar de commissie stelt: „Zij die terugkeerden uit de verschrikkingen van de oorlog had recht gedaan moeten worden door hun aanspraken prioriteit te geven.” Na de oorlog keerden veel Joden terug uit concentratiekampen en onderduikadressen.
De woning werd door de familie uiteindelijk verkocht aan de gemeente, maar volgens een nabestaande voor een te lage prijs. Deze zoon, Hubert van Blankenstein, berekende dat een schadeclaim op zijn plaats is van 328.600 euro. Dit bedrag betaalt de gemeente. De nabestaanden stoppen het bedrag in een stichting die studietoelages geeft aan studenten die onderzoek doen naar discriminatie in de maatschappij.
Van Blankenstein zegt de excuses en de genoegdoening door de gemeente Groningen te beschouwen als „een erkenning van het onrecht en de pijn die mijn ouders zijn aangedaan”.
Het Centraal Joods Overleg (CJO), de koepel van Joodse organisaties, zegt de burgemeester van Groningen Koen Schuiling „te prijzen” om de beslissing. Volgens het CJO is Groningen de eerste gemeente die, naast excuses, is gekomen met een aanzienlijke schadevergoeding „aan een enkele particulier”. Op dit moment vindt in ongeveer honderd gemeenten onderzoek plaats naar vergelijkbare situaties rond woningvorderingen. Het CJO roept andere gemeenten op het Groningse voorbeeld te volgen.