Staat naar Hoge Raad in zaak om onrechtmatige adoptie Sri Lanka
De Staat gaat toch in cassatie in een zaak van een vrouw die in 1992 is geadopteerd uit Sri Lanka en die door misstanden niet kon achterhalen wie haar biologische ouders zijn. Minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) heeft aan de Tweede Kamer laten weten dat hij zich niet neerlegt bij het oordeel van het gerechtshof in Den Haag, dat eerder dit jaar de vrouw in het gelijk stelde in haar eis om schadevergoeding. Het was volgens de minister „geen gemakkelijke beslissing” en hij „beseft dat het wrang zal zijn” voor Delani Butink, om wie het gaat.
De gang naar de hoogste rechter is opmerkelijk, omdat de Staat eerder excuses heeft aangeboden voor het onrechtmatige optreden van de overheid bij interlandelijke adoptie. Dat gebeurde na een breed onderzoek van de commissie-Joustra naar de adoptiepraktijken in het verleden. De commissie constateerde dat er veel mis is gegaan en nog steeds ging en dat de overheid daarbij tekort was geschoten. Het ging onder meer om fraude, vervalsing van papieren, kinderhandel en corruptie. Vanwege de nog bestaande onduidelijke situatie legde het vorige kabinet meteen de adopties uit het buitenland stil.
Weerwind schrijft in zijn brief dat hij deze erkenning en excuses volledig onderschrijft. Niettemin vindt hij een oordeel van de hoogste rechter nodig om de juridische aansprakelijkheid in individuele gevallen te bepalen op grond van het destijds geldende recht. Volgens hem is de uitspraak van het hof „op bepaalde punten niet in lijn” met vaste jurisprudentie van de Hoge Raad. Dat roept volgens de minister „een aantal principiële rechtsvragen” op, waarover een uitspraak nodig is om toekomstige gevallen te kunnen beoordelen. Meerdere adoptiekinderen, ook uit Sri Lanka, volgen het verloop van deze procedure.
Weerwind vindt het „zeer vervelend” voor Butink, omdat ze na jarenlang procederen in het gelijk was gesteld, maar zegt dat een cassatieberoep de enige manier is voor de Staat om duidelijkheid te krijgen. Aanvankelijk was de eis van de vrouw afgewezen door een rechtbank, omdat haar zaak zou zijn verjaard. Het hof vond daarentegen verjaring onaanvaardbaar en meende dat ze een schadevergoeding moest krijgen.
SP-Kamerlid Michiel van Nispen vindt „dit echt extreem pijnlijk voor gedupeerden. Mensen worden vermorzeld door de overheid. Het is onwaarschijnlijk hoe deze ongelijke juridische strijd een uitputtingsslag wordt voor mensen die al in het gelijk zijn gesteld.” Vanwege de persoonlijke impact op Butink heeft de minister haar uitgenodigd om zijn afwegingen toe te lichten in een gesprek.