De Nord Stream 1 en 2 pijpleidingen verbinden Rusland via de Oostzee met Duitsland. Om de pijpleidingen is een hoop te doen. Zeker nadat Rusland de gastoevoer naar Europa stopzette als vermoedelijke vergelding voor de westerse sancties die werden ingesteld na de invasie van Moskou in Oekraïne.

De pijpleidingen waren op het moment van de lekkage niet in bedrijf. Toch waren ze gevuld met gas, voordat ze het doelwit werden van klaarblijkelijke sabotage. Alle vier de lekken, die twee weken geleden werden ontdekt, bevinden zich in de Oostzee bij het Deense eiland Bornholm.

De verklaring van de Zweedse premier Magdalena Andersson volgt op verzoeken van Rusland om te worden betrokken bij het onderzoek naar de vermeende sabotage. „In Zweden zijn vooronderzoeken vertrouwelijk, en dat geldt natuurlijk ook in dit geval”, zei Andersson op een persconferentie. Ze merkte echter op dat er naast het Zweedse onderzoek ook een „gezamenlijk onderzoeksteam” in EU-verband is.

Twee van de lekken bevonden zich in de Zweedse exclusieve economische zone en de twee andere in de Deense. De Zweedse autoriteiten hebben vorige week het gebied rond de lekken afgezet voor een inspectie.

Andersson zei dat de regering een antwoord formuleert op een brief van Rusland, met het verzoek om Moskou en energiegigant Gazprom, die de meerderheidsaandeelhouder van de pijpleidingen is, bij het onderzoek te betrekken.