EU-leiders proberen uiteenrafelen front energiecrisis te stoppen
De leiders van de 27 EU-landen buigen zich opnieuw over de torenhoge energieprijzen. Dat doen ze ditmaal officieus met de benen op tafel, in de hoop zo los te komen van de scherpe tegenstellingen tussen bijvoorbeeld Nederland en Duitsland en met name zuidelijke EU-landen. Tegelijkertijd voelen ze het ongeduld van burgers en bedrijven in de knel.
Nederland en Duitsland willen nog altijd niet aan een Europese maximumprijs voor gas. Dat wekte al de ergernis van lidstaten als Italië, Griekenland en België. Maar het komt ze nu ook op verwijten van egoïsme en solisme te staan nu kapitaalkrachtig Berlijn en Den Haag met vele miljarden de energierekening van huishoudens en ondernemers verlichten. Landen die zich dat niet kunnen veroorloven klagen over oneerlijke concurrentie en gebrek aan solidariteit.
De zware, aanhoudende druk van de energiecrisis brengt wel beweging. De voorstanders van een prijsplafond zijn inmiddels in de meerderheid. Ook de Europese Commissie, lang even kritisch als Nederland en Duitsland, zegt daarvoor nu toch ruimte te zien. De commissie wil aan de slag met een maximumprijs voor gas waarmee stroom wordt opgewekt en zinspeelt erop dat zij nog verder zou willen gaan.
Nederland wil „de plussen en minnen” van dat eerste op de EU-top in Praag wel eens op een rijtje zetten, zei premier Rutte donderdag. Maar hij blijft beducht voor het afschrikken van leveranciers, die hun lng-tankers mogelijk zullen doorsturen naar beter betalende klanten. Nederland mikt vooral op gezamenlijk inkopen van gas, om zo een lagere prijs te kunnen bedingen.