De ”Mars voor terugkeer”, zoals het initiatief heet, wordt onder meer georganiseerd door Stichting Op de bres voor Nederland. Deze werd in 1982 opgericht om „te bidden voor Nederland, Israël en de volkeren.” Cees Vork (70), lid van christengemeente Hebron in Heerde, geeft al vele jaren leiding aan de organisatie.

Heeft er eerder een ”Mars voor terugkeer” plaatsgevonden?

Vork: „Niet op deze wijze. Wel hebben we in 2010 met 300 bidders geknield op de Dam in Amsterdam het Onze Vader gebeden. In 2012 hebben we bij elk provinciehuis een uur lang gebeden. In 2014 hebben mensen op 140 plaatsen in het land thuis gebeden voor de bekering van Nederland. De gebedswandeling of gebedsmars is een nieuw initiatief. We willen dit de komende vijf jaar elke tweede zaterdag in oktober herhalen.”

Hoe krijgt de gebedswandeling vorm?

„We verzamelen om halftwee in het centrum van de stad, in Zwolle bijvoorbeeld bij het stadhuis aan het Grote Kerkplein. We beginnen met een proclamatie, een oproep tot bekering, die mensen op papier mee kunnen krijgen. Op de achterkant staan gebedspunten. Vervolgens wandelen we een klein uur door de stad, met twee onderbrekingen waarbij we in stilte of hardop onze gebeden tot God richten. Om halfvier gaan we –voor zover mogelijk– op de knieën om het Onze Vader te bidden. Dat gebed omvat alles.”

Waarom bidden op straat, en niet in de binnenkamer?

„Bidden is allereerst een zaak van de binnenkamer. Daar bidden velen al jaren voor de bekering van Nederland. We vonden het nu tijd om dit zichtbaar te maken in het publieke domein. Het is noodzakelijk dat we op de bres staan voor ons land en publiekelijk oproepen tot een terugkeer naar God.”

Waarom is het juist nu het moment om dat zo te doen?

„We gaan van de ene crisis naar de andere. In het Grieks betekent crisis letterlijk oordeel. Nederland is moreel en geestelijk in grote nood. De kern van alle problemen is goddeloosheid. We zijn los gezogen van God. Dat werkt op allerlei terreinen door. De liefde verkilt, de eenzaamheid neemt toe. Een huis zonder fundament stort vroeg of laat in. Jezus kwam naar de wereld om mensen terug te brengen bij God. Hij kwam niet met een politiek of moreel programma, maar met een geestelijk programma.”

Met welke verwachting begint u aan de Mars voor terugkeer?

„In elke provinciehoofdstad zal de oproep aan ons koningshuis, de regering, de samenleving en de kerk klinken om terug te keren tot God. Ook aan de kerk, ja. We willen geen vijandbeeld creëren: wij en zij. Alles wat in de samenleving gaande is, denk bijvoorbeeld aan ongehuwd samenwonen, zie je vroeg of laat terug in de kerk. We moeten geen compromissen sluiten met de wereld, maar vasthouden aan de autoriteit van Gods Woord. Ik hoop dat de gebedswandeling daaraan bijdraagt. Ook gaan we, in elke stad waarschijnlijk met vijftig tot zestig mensen, bidden. Ik verwacht dat God niet alleen hoort, maar ook op Zijn tijd zal verhoren. Het kan zijn dat er daadwerkelijk een kentering komt, zoals ooit in Ninevé. Maar het kan ook zijn dat we door meer crises heen moeten. Mijn verlangen is dat Nederland God, de Schepper van hemel en aarde, weer gaat aanroepen, zoals in Psalm 121. Dat zou echt gebedsverhoring zijn.”