Minister De Jonge verwerpt kritiek over nut woningbouwimpuls
Minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting) is het niet eens met de kritiek van de Algemene Rekenkamer dat de miljarden euro’s die het kabinet in de bouw van extra woningen heeft gestoken en weer gaat steken, geen bewijsbaar nut en effect hebben. Volgens De Jonge heeft de maatregel, de zogeheten Woningbouwimpuls, wel degelijk effect gehad op de „snelheid en continuïteit” van de bouw van (betaalbare) woningen.
Het vorige kabinet heeft de Woningbouwimpuls in 2019 ingevoerd als belangrijkste maatregel om het groeiende woningtekort aan te pakken. In 2020 en 2021 hebben 93 gemeenten daaruit 855 miljoen euro gekregen om bouwprojecten uit te voeren, schrijft De Jonge aan de Tweede Kamer. Zonder die extra rijksfinanciering zouden er minder woningbouwprojecten van de grond komen, hoort de minister van gemeenten terug. Zeker als het gaat om de bouw van meer betaalbare woningen. Die leveren vaak te weinig op om tot een sluitende begroting te komen.
De Woningbouwimpuls kan een gemeente volgens De Jonge helpen een plan alsnog financieel rond te krijgen. „Op deze manier kan de bouw van de betaalbare woningen, waar de vraag groot naar is, toch worden bewerkstelligd”, schrijft de woonminister.
Een aantal kritiekpunten van de Algemene Rekenkamer deelt De Jonge wel, en gaat op een aantal punten gemeenten strenger controleren. Zo gaat hij er strenger op toezien dat het rijksgeld alleen terechtkomt bij woningbouwprojecten die anders niet van de grond komen.
De aanbeveling van de Algemene Rekenkamer om de regeling flink te herzien omdat die in haar huidige vorm niet leidt tot de beoogde doelen, legt de minister terzijde. Na onderzoek constateerde de Rekenkamer eind juni dat het bij de minister „aan betrouwbare informatie ontbreekt” of er „door deze regeling sneller, betaalbaarder en meer huizen gebouwd worden”. De regeling biedt volgens De Jonge wel degelijk „een doelmatige besteding van de publieke middelen”. Als blijkt dat het project ondanks strikte afspraken niet van de grond komt, word de rijksbijdrage teruggevorderd, benadrukt de minister.