Het moet geen „graaifonds” worden, heeft premier Mark Rutte eerder gezegd, en daar sluit Adriaansens zich volmondig bij aan. De minister snapt wel dat in de hectiek van het Kamerdebat over de miljoennota - waar moties worden gemaakt en meteen voor dekking moet worden gezorgd - naar het Groeifonds is gekeken. „Blijkbaar is het een goed fonds.”

Ze tekent daarbij aan dat het kabinet heeft gezegd dat de dekking voor de twee wensen van de Kamer in het Groeifonds kán worden gevonden. Er zijn ook andere mogelijkheden om het benodigde budget bij elkaar te krijgen, zei de minister voorafgaand aan de ministerraad. „Ik ga er mijn stinkende best voor doen” om het Groeifonds in te zetten waarvoor het bedoeld is. En het dus niet als ‘graaifonds’ te laten gebruiken.”

De vorige minister van Financiën Wopke Hoekstra waarschuwde bij de instelling van het Groeifonds, drie jaar geleden, er al voor dat het geen „potje voor leuke dingen” moest worden.

Het prijsplafond voor energie had „met de kennis van nu” eerder kunnen worden ingevoerd, erkent Adriaansens. Het is echter ook niet een besluit dat over één nacht ijs genomen kan worden. „Je wilt verantwoord omgaan met overheidsuitgaven. We betalen dit met zijn allen, dus daar moet je als kabinet ook op letten.”