Wetenschap & techniek

John Lennox: Goede wetenschapper is bij voorkeur christen

„Lennox, wil jij een carrière in de wetenschap? Ja meneer, antwoordde ik. Hij zei: Dan moet je vanavond ten overstaan van deze getuigen dit kinderlijke geloof in God opgeven. Als je dat niet doet, zal het je intellectueel verlammen.”

21 September 2022 19:59
beeld Getty Images
beeld Getty Images

John Lennox, emeritus hoogleraar wiskunde aan de Universiteit van Oxford, noemt het een „merkwaardige ervaring” aan het begin van zijn wetenschappelijke carrière. „Als ik als atheïst op die stoel had gezeten, omringd door christelijke academici die me onder druk zetten om mijn atheïsme op te geven, dan had dit op de hele universiteit stof doen opwaaien.”

„Een oorlogsgebied”, zo beschrijft Lennox het onderwerp wetenschap en geloof in zijn boek ”Kan de wetenschap alles verklaren?” Een christelijke levensovertuiging is niet zelden aanleiding voor scheldkanonnades en haatreacties, en een dankbaar onderwerp om er de draak mee te steken. Twee muisklikken zijn genoeg om midden in het conflict te belanden. Wie in God gelooft, wordt versleten voor dom, achterlijk, en is zeker niet geschikt voor de wetenschap.

Maar in feite bestaat die vermeende oorlog tussen wetenschap en geloof helemaal niet, constateert Lennox. „Je hebt ook niet veel inzicht nodig om in te zien dat dit denkbeeld onjuist is.” Hij wijst erop dat de Nobelprijzen voor natuurkunde geregeld zijn uitgereikt aan belijdende christenen: tussen 1901 en 2000 was 65 procent van de laureaten christen.

Atheïsme

Er bestaat echter wel een heel reëel conflict tussen het atheïsme (het geloof dat God niet bestaat) en het theïsme (het geloof dat God wel bestaat). Het atheïsme is vandaag de dag de meest geaccepteerde levensbeschouwing in de wetenschap. En dat verbaast Lennox. „Juist het atheïsme vindt weinig houvast in de wetenschap.”

Hoe heeft het dan zover kunnen komen? De moderne wetenschap dankt haar opkomst immers aan het geloof in de onveranderlijke God van de Bijbel. Daarom kunnen de natuurwetten worden bestudeerd, omdat ze gewoonlijk altijd op dezelfde manier werken.

Een beroemde wetenschapper als Johannes Kepler (1571-1630), die de wetten van de planetaire beweging ontdekte, schreef: „Het hoofddoel van alle onderzoek van de zichtbare wereld moet zijn de rationele orde te ontdekken die God erin heeft gelegd en die Hij ons in wiskundige taal heeft geopenbaard.”

Vandaag de dag hangen veel wetenschappers echter een ongeloofsstandpunt aan. Ze menen bovendien dat de bètawetenschappen de enige weg naar waarheid zijn. Dit is een overtuiging die het sciëntisme wordt genoemd. Maar deze suggestie is volgens de Britse wiskundige geen wetenschappelijke vooruitgang; erger, ze is ronduit onjuist. „Stel je voor: als de natuurwetenschappen de enige weg naar de waarheid zouden zijn, kon de helft van de schoolvakken of van de faculteiten aan de universiteit wel opdoeken, om te beginnen bij geschiedenis, literatuur, talen, kunst en muziek.”

18601367.JPG
John C. Lennox. beeld University of Oxford

Het sciëntisme is de oorzaak van de vele gangbare argumenten die vaak tegen het geloof in God worden aangevoerd en die wel wetenschappelijk, rationeel en logisch klinken, maar dat helemaal niet zijn.

Sommige wetenschappers doen op basis van hun geloof in de wetenschap vérgaande uitspraken. Zo noemt de Britse evolutiebioloog Richard Dawkins (1941) God „een waanidee.” Dit begrip is afkomstig uit de psychiatrie. Maar omdat Dawkins geen psychiater is, valt zijn stelling buiten zijn expertise. Lennox: „Het lijkt erop alsof Dawkins ons iets wil wijsmaken.”

De Duitse atheïst Sigmund Freud (1856-1939) beschouwt het geloof in God een vertroostende gedachte voor simpele zielen. De Britse astronoom Stephen Hawking (1942-2018) gebruikt dat argument wanneer hij zegt: „Er bestaat geen hemel of hiernamaals. Dat is een sprookje voor mensen die bang zijn in het donker.” Lennox reageert daarop door hetzelfde argument precies andersom te formuleren: „Atheïsme is een sprookje voor mensen die bang zijn voor het licht.” Beide statements zijn niet wetenschappelijk; het zijn geloofsuitspraken.

Oppervlakkigheid

Veel wetenschappers hebben een verkeerd begrip van de God van de Bijbel. Ze beschouwen hem als een god van de gaten, „een god die we bedenken als verklaring voor gaten in onze kennis.” Zo’n god verdwijnt beetje bij beetje naarmate de wetenschap voortschrijdt. Lennox vindt het nogal van oppervlakkigheid getuigen wanneer iemand gelooft dat een dieper wetenschappelijk inzicht de God van de Bijbel wegdrukt uit onze werkelijkheid.

Dat veel wetenschappers God afwijzen, berust op een ernstig misverstand over de aard van een wetenschappelijke verklaring. Een wetenschappelijke wet verklaart in feite helemaal niets, stelt de Britse wiskundige. „De waarheid is dat de natuurwetten het universum beschríjven.” Zo vertelt de wet van de zwaartekracht niet wat zwaartekracht eigenlijk is, maar alleen hoe die werkt.

Iemand kan de automotor uitleggen aan de hand van het natuurkundige proces in de verbrandingsmotor, maar hij kan ook over het genie Henry Ford (1863-1947) beginnen. Zo is God een verklaring van het universum vanuit de optiek van de handelende Persoon, de Schepper; maar Hij is geen natuurlijke, wetenschappelijke verklaring, schrijft Lennox.

Geloof

Ten slotte vraagt de Britse hoogleraar aandacht voor de rol van het geloof. Atheïsten hebben geen geloof, schreef Richard Dawkins in zijn boek ”The God Delusion” (God als waanidee).

Lennox betwist die bewering. Einstein deed ooit de uitspraak dat een wetenschapper moet gelóven in de mogelijkheid dat de wetten die gelden in de wereld waarin we leven rationeel zijn, dat we die met ons verstand kunnen begrijpen. Hoe komt dat? Waarop baseren de wetenschappers dat geloof, waardoor ze wetenschap kunnen beoefenen?

Wetenschap is geen waarheid, tenzij het menselijk redeneren geldig is, stelt Lennox. „Als ik met collega-wetenschappers in gesprek ben, vraag ik hun wel eens: Waarmee bedrijf je wetenschap? Sommigen antwoorden dan: „Met mijn verstand.” Anderen die verstand en hersenen gelijkstellen, zeggen: „Met m’n hersenen.”” Lennox vraagt vervolgens: „Kun je me dan vertellen hoe je hersenen zijn ontstaan?” „Door natuurlijke, onbewuste, ongeleide processen”, is het antwoord. Dan stelt hij de vraag: „Waarom vertrouw je er dan op? Als je zou denken dat je computer het eindproduct was van onbewuste en ongeleide processen, zou je daar dan op vertrouwen?” Zijn gesprekspartner repliceert: „Van mijn levensdagen niet.” Lennox: „Dan heb je dus wel een probleem.”

Wetenschappers moeten er immers van uitgaan dat hun verstand logisch en rationeel functioneert. Maar hoe weten ze dat? Wie uitgaat van evolutionair naturalisme (alles is vanzelf ontstaan en er bestaat niets meer dan het natuurlijke) kan ten diepste zijn eigen overtuigingen niet serieus nemen, schrijft de Amerikaanse atheïstische filosoof Thomas Nagel (1937) in zijn boek ”Geest en kosmos”. Hij heeft gelijk: logica kan niet ontstaan uit chaos.

Waanidee

Lennox: „Het naturalisme en het atheïsme ondermijnen de grondslag van de rationaliteit die nodig is om redeneringen op te bouwen, te begrijpen of erin te geloven. Het atheïsme begint te klinken als een innerlijke tegenstrijdige waanidee: een hardnekkig misverstand waaraan iemand vasthoudt, ondanks sterk bewijs voor het tegenovergestelde.” Natuurlijk verwerp ik het atheïsme omdat ik geloof dat het christendom waar is, maar ik wijs het ook af omdat ik wetenschapper ben. Wetenschap een atheïsme gaan kennelijk niet samen”, concludeert Lennox. „De Bijbel geeft ons een geldige reden om op ons verstand te vertrouwen. Het atheïsme niet.”

Het christelijk geloof, gebaseerd op de Bijbel, druist niet in tegen het verstandelijk nadenken, vervolgt Lennox. „Volgens het Nieuwe Testament is juist het rationele principe van het volgen van het bewijs, waarheen het je ook leidt, de manier waarop je tot de overtuiging kunt komen dat het christelijk geloof waar is.”

18601368.JPG
beeld RD

De hele Bijbel staat vol met steekhoudende logica en zuivere waarheid, vervolgt de wiskundige. Hij wijst erop dat de apostel Johannes er bewijs voor levert dat Jezus de Zoon van God is. Hij heeft een aantal wonderen opgeschreven, hoewel de Heere Jezus er nog veel meer heeft gedaan. „Maar deze zijn geschreven, opdat gij gelooft dat Jezus is de Christus, de Zone Gods, en opdat gij gelovende het leven hebt in Zijn Naam” (Joh. 20:31). Lennox: „De rationele argumentatie in de Bijbel is een van de redenen dat ik me als wiskundige zo goed thuis voel bij het christelijk geloof.”

Lennox heeft zijn boek ”Kan de wetenschap alles verklaren” duidelijk vanuit een apologetisch motief geschreven. Het verdedigt het christelijk geloof tegen het atheïsme, en wijst het gebrek aan logica aan in het atheïstische geloof. Stap voor stap ontrafelt hij de onredelijkheid van het atheïsme in het wetenschapsbedrijf.

Nuance

Ondanks al het goede wat het boek biedt, zijn er echter wel enkele kanttekeningen bij te plaatsen. Zo beschrijft de wiskundige de wereld in zijn boek vanuit een dipolair gezichtspunt: alsof de wereld uitsluitend bestaat uit atheïsten (die niet in God geloven) en theïsten (die wel in God geloven). Dat is wellicht handig voor zijn argumentatie, maar daardoor mist het boek hier en daar wat nuance.

Er bestaat bovendien een veelheid aan opvattingen over de oorsprong van deze wereld. In de regel hangen christenen een zienswijze aan die ergens ligt tussen het jongeaardecreationisme en het theïstisch evolutionisme. De auteur beschrijft er één: zijn eigen opvatting. Deze visie heeft hij uitgebreider geschetst in zijn eerder verschenen boek ”Seven days that divide the earth” (Zeven dagen die de wereld verdelen). Lennox gaat uit van zeven dagen waarop God scheppingshandelingen heeft uitgevoerd. Tussen de afzonderlijke scheppingsdagen zou steeds een periode zijn verlopen van miljoenen jaren. Hij hangt daarmee een vorm van het oudeaardecreationisme aan.

In het laatste hoofdstuk gaat de auteur in op zijn persoonlijk geloof. Helaas wordt daarin de noodzaak van wedergeboorte en van een van God geschonken geloof gemist. Geloven is bij hem vooral een verstandelijk aanvaarden.

Ondanks deze aandachtspunten is het een helder geschreven boek, waarin de auteur tal van bruikbare argumenten aanreikt om het christelijk geloof te verdedigen tegen atheïstische vooroordelen. Wie daarmee dagelijks omgaat kan er zeker zijn voordeel mee doen. Niemand hoeft wat Lennox betreft het christelijk geloof vaarwel te zeggen om een goede wetenschapper te kunnen zijn.

Kan de wetenschap alles verklaren?, John C. Lennox; uitg. KokBoekencentrum; 160 blz.; € 17,95

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer