Mercer: hoger minimumloon kost werkgevers en overheid miljarden
Het kabinetsplan om het minimumloon per 1 januari met zo’n 10 procent te verhogen kost werkgevers en de overheid minstens 11,2 miljard euro. Dat heeft adviesbureau Mercer uitgerekend. Dat is veel meer geld dan puur op grond van de zogeheten minimumloonsom mag worden verwacht.
Volgens de organisatie bestaat het bedrag zowel uit extra loonkosten als uit een bijkomende stijging van verzekeringspremies. Een verhoging van het minimumloon heeft daarbij waarschijnlijk voor meer salarissen gevolgen dan alleen de allerlaagste. Organisaties waarbij het start- of instroomsalaris gelijk is aan het minimumloon, zullen volgens Mercer ook de schalen daarboven moeten aanpassen.
„Je wordt er als werkgever min of meer toe gedwongen, zelfs als het minimumloon bij jou helemaal niet aan de orde is en je beleidsmatig geen directe koppeling hebt tussen inflatie en loonsverhoging”, zegt deskundige Bart Brenninkmeijer van Mercer Nederland. „Want overal zullen de salarissen gaan stijgen. Doe je als werkgever niets, dan loop je het risico dat medewerkers uiteindelijk vertrekken.”
De rekenmeesters van Mercer stellen dat de kosten van de verhoging van het minimumloon minstens neerkomen op 7,4 miljard euro. Zo’n 70 procent daarvan zou voor rekening komen van de AOW-uitkeringen die ook met 10 procent stijgen. De AOW is namelijk gekoppeld aan het minimumloon. Miljoenen gepensioneerden merken de maatregel dus ook direct in hun portemonnee.
Daarnaast gaat Mercer uit van mogelijk zo’n 3,8 miljard euro aan kosten voor werkgevers voor de verzekeringspremies die zij betalen voor ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid, en voor ziektewetuitkeringen. Bedrijven zullen volgens Mercer ook voor mensen die veel meer verdienen dan het minimumloon, meer premie betalen omdat de maximum premieloongrens eveneens omhoog gaat.