Gelekte miljoenennota: stijging koopkracht 3,9 procent
Dit jaar zal het merendeel van de Nederlanders er financieel op achteruit gaan, maar voor volgend jaar ligt dat anders. De geraamde koopkrachtplus voor 2023 is bovengemiddeld hoog.
Dat blijkt uit de Prinsjesdagstukken die vrijdag zijn gelekt. Het kabinet levert met het maatregelenpakket dat ze de derde dinsdag van september zullen presenteren een belangrijk aandeel in de koopkrachtverbetering voor volgend jaar.
Met maatregelen die bij elkaar optellen tot zo’n 17 miljard euro, wordt het koopkrachtpakket „historisch in omvang” genoemd. Huishoudens krijgen daardoor meer bestedingsruimte. Het Centraal Planbureau (CPB) heeft becijferd dat de koopkracht in 2023 met 3,9 procent stijgt, zeggen Haagse bronnen tegen persbureau ANP.
De positieve verwachtingen voor volgend jaar dienen de financiële pijn voor dit jaar enigszins te verzachten. Het CPB verwacht dat de koopkracht er in 2022 met bijna 6,8 procent op achteruit gaat.
Lange tijd verdedigde het kabinet de stelling dat het niet haalbaar is om maatregelen te nemen die huishoudens nog dit jaar wat extra lucht geven. In een stevig Kamerdebat over de Voorjaarsnota legden Kamerleden van oppositiepartijen het kabinet tal van maatregelen voor. De regering wees de plannen af, omdat het voor organisaties als de Belastingdienst onmogelijk zou zijn om ze uit te voeren. Ook het maatregelenpakket dat het kabinet op Prinsjesdag zal presenteren bevat vooralsnog geen maatregel die de situatie nog dit jaar verbetert.
Onlangs ging de regering op dit punt alsnog overstag. Mogelijk komen er daarom op Prinsjesdag toch nog aanvullende maatregelen naar buiten. Maar hierover wordt nog koortsachtig overlegd.
Dempen
„Wat er nog kan in 2022 zal beperkt zijn”, waarschuwde premier Rutte alvast tijdens de persconferentie na de ministerraad. Wat het kabinet ook zal doen, voegde hij daaraan toe, het zal altijd gaan om het dempen van de gevolgen van de inflatie. Het koopkrachtverlies „is niet volledig te compenseren.”
Maandag spreken ministers verder met energiemaatschappijen. Onderwerp van gesprek is onder meer een mogelijk prijsplafond voor stroom en gas.
De hoop is in Den Haag dat zo’n plafond ingesteld kan worden, maar de vrees is dat met name de leveranciers dit niet of te laat voor elkaar zullen krijgen. In gesprek met de Tweede Kamer zeiden grote energieleveranciers de komende maanden werk te kunnen maken van zo’n maximum. Maar voor kleinere energiemaatschappijen is het mogelijk lastig. Ook is nog niet duidelijk hoe de juiste mensen bereikt kunnen worden en hoeveel het gaat kosten.
Minister Jetten (Klimaat en Energie) zei eerder deze week al in een commissiedebat met de Tweede Kamer dat een prijsplafond voor dit najaar erg lastig wordt. De vraag is of het bijvoorbeeld per 1 januari 2023 wordt, of pas op de langere termijn. In dat geval zou de ingreep vooral helpen de energienota voorspelbaarder te maken voor huishoudens.