Van Lienden en zakenpartners voelen zich vrijgepleit door rapport
Sywert van Lienden en de twee mensen met wie hij mondkapjes verkocht aan de overheid, voelen zich vrijgepleit door het rapport over de omstreden deal. Uit het vrijdag gepubliceerde eindverslag van Deloitte „blijkt dat geen onregelmatigheden hebben plaatsgevonden” bij Relief Goods Alliance (RGA), het bedrijf dat ze daarvoor hebben opgericht. Dat zeggen Van Lienden, Camille van Gestel en Bernd Damme in een gezamenlijke verklaring.
Volgens het drietal heeft de overheid zelf bewust besloten om geen zaken te doen met hun stichting, de Hulptroepen Alliantie. „Het onderzoek maakt duidelijk dat de overheid zich destijds bewust was dat het een commerciële overeenkomst sloot met RGA”, aldus Van Lienden, Van Gestel en Damme. RGA was volgens hen een commerciële partij „die risico’s liep en ook winst kon maken, net als alle andere leveranciers”. De prijzen die RGA voor de mondkapjes vroeg, waren volgens de drie „conform de toentertijd vastgestelde prijzen door de overheid”.
Van Lienden, Van Gestel en Damme erkennen wel dat ze „achteraf gezien beter hadden kunnen communiceren”. Dat Van Lienden bijvoorbeeld zei dat hij de mondkapjes „om niet” zou leveren, dus zonder er iets aan te verdienen, ging volgens hen om de Hulptroepen Alliantie en niet over RGA. „We begrijpen nu dat dat dit niet zo is begrepen, mede door het ontbreken van relevante context.”
In juli zijn Van Lienden en Damme door de rechtbank ontslagen als bestuurders van de Hulptroepen Alliantie. Van Gestel was eerder al opgestapt. De rechters benoemden Wouter Jongepier als bestuurder. Hij moet onder meer uitzoeken of de stichting een schadeclaim kan indienen tegen Van Lienden en de anderen. In een reactie zegt Jongepier dat hij het Deloitte-rapport bestudeert. Het heeft er volgens hem alle schijn van „dat de ontslagen bestuurders de opgebouwde goodwill hebben misbruikt voor hun eigen gewin”.