De twee partijen wilden één onderdeel uit de overeenkomst vooraf aan de Raad van State voorleggen, namelijk het verlengen van de beslistermijn voor gezinsherenigingsverzoeken. Daarbij hoort als het aan het kabinet ligt ook het voornemen om de visumafgifte pas in gang te zetten, nadat er voor het gezinslid dat al in Nederland is en al een asielvergunning heeft een woning beschikbaar is.

Asieljuristen betwijfelen of die aanpak wel stand houdt bij de rechter. Om die reden wilden GroenLinks en PvdA vooraf een spoedadvies.

Hoewel de coalitiepartijen D66 en CU dat voorstel steunden, haalde het toch geen meerderheid. Steun was er onder meer van de Groep van Haga en Pieter Omtzigt. Van Haga vond duidelijkheid belangrijk, „zodat het kabinet kon gaan nadenken over maatregelen die echt werken.” Omtzigt vond een spoedadvies terecht om zo te voorkomen dat de coalitiepartijen problemen waar ze zelf niet uitkomen bij de rechter neerleggen.