Recensie: Biografie van een onbekende Zeeuwse componist
In 1935 overleed Gerard von Brucken Fock. De in Zeeland geboren componist bepaalde bij testament dat onder zijn naam een fonds zou worden opgericht om hem jaarlijks met een concert of lezing te herdenken. Maar nog steeds is de man vrijwel vergeten. Of deze biografie daar verandering in zal brengen valt te betwijfelen.
Het beeld dat biograaf Eric Matser schetst, is die van een nerveuze half geniale Nederlander die in staat bleek erg goede pianomuziek te componeren. Net als Chopin componeerde Von Brucken Fock een set van 24 pianopreludes. Het leverde hem, dankzij een wat schertsende opmerking van Edvard Grieg, de titel op die ook op de cover van deze biografie prijkt. Met andere genres wist Von Brucken Fock maar niet door te breken. Was zijn muziek te moeilijk? Niet oorspronkelijk genoeg? Te vaag en opgeblazen? Te fanatiek christelijk misschien? De biograaf zoekt naar antwoorden in autobiografische documenten en muziekkritieken, liet nooit opgenomen muziek voorspelen en (alsnog) recenseren door gerenommeerde musici.
De bijgevoegde cd geeft de lezer ook zelf de kans te oordelen, ook al geven deze highlights uit het oeuvre van Von Brucken Fock natuurlijk een eenzijdig positief beeld. Even opmerkelijk als interessant is de levenslange zoektocht van de componist, die ook actief was als journalist en schilder.
Na teleurstellingen op muzikaal vlak had Von Brucken Fock de neiging zich terug te trekken in eenzame tobberijen, wilde hij als spiritistisch genezer optreden, werd hij kortstondig boer na het lezen van Tolstoj (ook al kon hij rentenieren) en was hij een aantal periodes actief als heilssoldaat. Later sloot hij zich aan bij de vrije evangelische gemeente in Amsterdam, waar hij als dirigent actief was en veel geestelijke liederen componeerde, onder andere op teksten van Isaac Da Costa.
De Hollandse Chopin. Componist en schilder Gerard von Brucken Fock 1859-1935, Eric L. Matser; uitg. Verloren; 308 blz.; € 29,-