Ontmoetingsdag Bewaar het Pand: Eerbiedig buigen onder het gezag van Gods Woord
Gelovigen moeten volgens Bijbels voorschrift elkaar in de liefde verdragen. Dat zei ds. A. van Heteren zaterdag. „Dit betekent dat wel de zwakheden en gebreken van medegelovigen worden verdragen, maar de dwaling in de kerk wordt niet getolereerd; die wordt bestreden.”
Ds. Van Heteren sprak in Urk op de ontmoetingsdag van Stichting Bewaar het Pand. De dag stond in het teken van het geloofsartikel ”Ik geloof één heilige, algemene, christelijke kerk”.
De predikant van de christelijke gereformeerde Eben-Haëzerkerk te Urk, die vanuit Efeze 4:1-10 uitleg gaf over de eenheid van de christelijke kerk, wees op de volgorde in de Apostolische Geloofsbelijdenis. „Eerst het geloof in de Heilige Geest en dan volgt het artikel over de kerk. De Kerk met hoofdletter, als verzameling van alle ware Christgelovigen, dankt haar bestaan en voortbestaan aan de Heilige Geest. De ware gelovigen vormen één kudde, die staat onder de ene Goede Herder: Jezus Christus, Die Zijn lidmaten kocht met Zijn eigen bloed en die allen door de Geest van dood levend werden gemaakt. Zo vormen de ware gelovigen met één geloof, één doop en één hoop, ondanks onderlinge verschillen en kerkverbanden, toch het ene lichaam van Christus.”
Heilig
Het geloofsartikel over de heiligheid van de kerk „valt niet als in de praktijk de kerk helaas onheilig, ja zelfs schijnheilig blijkt te zijn”, zei ds. H. C. Bezemer, predikant van de christelijke gereformeerde kerk in Culemborg. De Culemborgse predikant verwees naar verzen uit 1 Petrus 1 en 2 waar de kerk wordt opgeroepen heilig te zijn, omdat de Heere heilig is. Volgens ds. Bezemer blijkt uit de typering van de gelovigen als „een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilig en een verkregen volk” dat ”heilig” hier vooral betekent: apart gezet of afgezonderd zijn. „Het diepste geheim van de heiligheid van de kerk ligt in Gods heiligheid en de volmaakte heiligheid van Gods Zoon, Die vanwege die heiligheid Zichzelf opofferde. Wie dit belijdt, wil ook niets afdoen van de hoge roeping tot een heilige levenswandel. In het persoonlijk en in het kerkelijke leven mag de zonde niet worden geduld. De Christelijke Gereformeerde Kerken zijn in grote nood als zij gemeenten toestaan tegen de kerkelijke regels en kerkelijk genomen besluiten in te gaan. Het vraagt wel geduld en liefde, maar gedoogconstructies passen niet in de kerk. Wie belijdt te gelóven in de heiligheid van de kerk, zal de kerk ook niet voortijdig verlaten.”
Niet oeverloos
Emeritus hoogleraar prof. dr. A. Baars begon zijn toespraak over de ”katholiciteit van de kerk” met het citeren van een oude definitie van de kerkvader Vincentius van Lerinum: „Katholiciteit is wat steeds, wat overal en wat door allen in de kerk wordt geloofd.” Dr. Baars noemde deze omschrijving „breed en de wereldkerk omvattend, maar beslist niet oeverloos! Want het gaat erom dat iets wordt geloofd en dat betekent ook gekant zijn tegen wat zich daartegen verzet.”
De hoogleraar beschreef de uitkomst van de strijd van Luther en andere reformatoren tegen ‘Rome’ dat bij leeruitspraken alleen de Schrift doorslaggevend is. Verwijzend naar de recente discussies in de Christelijke Gereformeerde Kerken, zei prof. Baars: „Als wij ruimte geven aan on-Bijbelse opvattingen zijn wij hard op weg naar een vorm van kerkelijke pluraliteit. Het principe van de gebondenheid en gehoorzaamheid aan de Schrift wordt bedreigd. Laten wij zonder overdreven polemiek of harde taal oproepen tot een eerbiedig buigen voor het gezag van Gods Woord.”
Christennaam
In zijn toespraak over de ”christelijke kerk” wees ds. A. C. Uitslag op het voorrecht van de christennaam. „Wij zijn in de eerste plaats christen en dan pas –als bijnaam– komt de toevoeging gereformeerd. Wie naar Christus is vernoemd, die verfoeit ook net als Christus alle zonde en ongerechtigheid. Dat geldt ook voor de Christelijke Gereformeerde Kerken. Christus kwam om de heerschappij der zonde te verbreken en daarom mag de zonde in de CGK niet worden toegelaten onder het mom van lief-zijn-voor-elkaar.”