Holyroodhouse en kathedraal tekenen Engels-Schotse geschiedenis
De gebouwen in de Schotse hoofdstad Edinburgh waar de donderdag overleden koningin Elizabeth wordt heengebracht, staan symbool voor de complexe Engels-Schotse geschiedenis.
Holyroodhouse is de formele Schotse residentie van de Britse monarch. Elizabeth verbleef drie maanden per jaar in Schotland, maar prefereerde haar buitenverblijf Balmoral. In Holyroodhouse kwam ze elk jaar aan het begin van de zomer voor een week van koninklijke feestelijkheden, onder meer een tuinfeest met zo’n achtduizend genodigden.
De oorspronkelijke twaalfde-eeuwse abdij werd sinds de vijftiende eeuw gebruikt door de Schotse vorsten. Zo woonde Marie Stuart er ooit, die later door koningin Elizabeth I ter dood werd veroordeeld. Sinds de Schotse koning James VI, die Elizabeth opvolgde, is het kasteel de formele Schotse residentie van de vorst. Prins Charles hield daar op zijn zestiende zijn allereerste publieke optreden in Schotland, een ontmoeting met honderden jongeren.
De kathedraal St. Giles, waar een dienst voor Elizabeth wordt gehouden voordat ze komende week naar Londen wordt vervoerd, is eveneens twaalfde-eeuws. De kerk raakte in de veertiende eeuw zwaar beschadigd door Engelse aanvallen en is daarna in gothische stijl herbouwd. De kerk kwam in de zestiende eeuw in handen van de Schotse hervormer John Knox. De Britse monarch zweert nog altijd trouw aan de Schotse protestantse kerk, zoals zaterdag bleek tijdens plechtigheden bij de Accession Council.