Catechismusles in Oekraïne breekt het ijs
In Oekraïne zou een verband van joods-christelijke gemeenten moeten komen. Daarvoor pleitte ds. D. de Wit, voorzitter van de Oost-Europa-commissie van het deputaatschap voor Israël van de Gereformeerde Gemeenten, dinsdag tijdens de landelijke Israël-dag.
De predikant gaf aan dat de vorming van zo’n verband niet gemakkelijk is. „Er is een grote verscheidenheid, variërend van charismatische tot judaïserende groepen. In enkele plaatsen is belangstelling voor de gereformeerde belijdenis.” Ds. De Wit sprak in een bijna volle kerk in Hardinxveld-Giessendam tijdens een vraaggesprek dat werd afgenomen door Lenette van der Slikke-Seip.
Zij interviewde de predikant gelijktijdig met Iz. van Rijssel, die op 5 april 2005 zal worden uitgezonden naar Oekraïne. De voormalige evangelist in Guinee en docent middelbaar onderwijs gaat werken onder joden. De laatste vier jaar heeft het deputaatschap hechte banden gekregen met enkele Messiasbelijdende gemeenten in Oost-Europa. Het verdiepen en uitbreiden van deze contacten, onder meer door het geven van onderwijs, gaan tot de taken van Van Rijssel behoren.
„Het is wonderlijk gegaan”, aldus ds. De Wit. „Er waren al wel rondreizen in Oost-Europa om met Messiasbelijdende joden in contact te komen, maar er kwam niets uit. Dat veranderde toen deputaten in Jeruzalem in contact kwamen met een voorganger uit Oekraïne die vroeg om mensen die onderwijs konden geven. Deputaten zijn naar Oekraïne geweest om dat te doen. Het ijs brak bij het geven van de lessen over de catechismus. Er was geestelijke herkenning. We weten niet waarop we moeten rekenen met deze uitzending, we hebben geen hoge verwachtingen. We leggen het voor de Heere neer.” Ook Van Rijssel sprak over de betrokkenheid van de joods-christelijke gemeenteleden in Oekraïne.
Tijdens het ochtendgedeelte sprak M. L. Dekker, die begin dit jaar werd uitgezonden naar Israël. Dekker, die eerder werkte voor de zending in Nigeria, zet het werk voort dat de afgelopen jaren in Israël is verricht. Hij woont in Nazareth en heeft vijf maanden taalstudie achter de rug. De afgelopen vijf jaar is het aantal Messiasbelijdende Joden in Israël gestegen, aldus Dekker, die daaraan toevoegde dat de meesten van hen een bewogen leven achter de rug hebben. Dat geldt voor Karin, de enige christenjood in een kibboets. Toen ze voor het eerst het Nieuwe Testament in handen had, durfde ze het boek niet te openen uit angst voor de vloek van God. Na anderhalf jaar van eenzaamheid kreeg ze contact met een huisgemeente. Samuël kwam tot verandering door een crisiservaring tijdens de Jom Kippoeroorlog. Hij zat naast een collega-militair in een tank, toen andere tanks van hun eenheid in een mijnenveld reden en de ene na de andere in de lucht vloog. Zijn kameraad riep ineens Jezus aan. Plotseling kwam er een windvlaag, waardoor de mijnen zichtbaar werden, zodat de tanks eromheen konden rijden. Samuël is nu evangelist.
Aan het eind van de ochtend sprak ds. C. J. Meeuse over de Koning der joden. „Iedere christen moet eigenlijk een jood worden”, aldus de predikant. „Jood betekent God-lover. Zo’n jood word je door de besnijdenis van het hart. We smeken dat God ware joden maakt, in Israël en elders.”
Ds. W. J. Karels las voor uit een boek van oudvader Joachim Mobachius: ”De langgewenste en vast aanstaande bekering van het volk der Joden”. Naar aanleiding van Jeremia 31:7, „O Heere, behoud Uw volk, het overblijfsel van Israël”, mediteert de oudvader over het behoud van de joden.
Ds. C. Neele, lid van het deputaatschap, vertelde over het werk onder joden zoals dat tot de Tweede Wereldoorlog in Rotterdam plaatshad. Hierdoor zijn duizenden joden bereikt, vooral landverhuizers, die later emigreerden naar Amerika.