Hij sprak toen zijn vrees uit voor een „overreactie van het ministerie op het Staatstoezicht op de Mijnen”. Die toezichthouder bepleitte verlaging van de productie. Maar Benschop had het „gevoel dat Staatstoezicht te snel te vergaande conclusies trekt”, somt de commissie op. Er staan tal van soortgelijke uitspraken door Benschop in de stukken die de commissie al heeft opgevraagd.

„Er moet niet te snel op zaken vooruit worden gelopen”, vond Benschop in 2012. „Als er al sprake is van verhoogd risico, is in eerste instantie de vraag of de daaraan gekoppelde consequenties al dan niet aanvaardbaar zijn”, zei hij toen. Oud-politicus Benschop, inmiddels de baas van Schiphol, werd gehoord vanuit zijn rol als president-directeur van Shell, een van de aandeelhouders van de NAM (Nederlandse Aardolie Maatschappij). Hij bekleedde deze functie tussen 2011 en 2015

„Ik had een andere vraag moeten stellen”, zegt hij terugblikkend. Namelijk: „zou het niet verstandig zijn om, waar we nog ruimte hebben, wat omlaag te gaan?” Ondanks dat er voor 2013 al contracten waren gesloten, had hij moeten kijken wat er gedaan kon worden om minder te winnen uit het Groningenveld. „Er is niet ingegrepen”, aldus Benschop. En dat betreurt hij. „Want dit feit heeft natuurlijk een verwoestende uitwerking gehad.”

Ook halverwege het gasjaar 2013 werd door betrokken partijen gesproken over de mogelijkheid om de winning dat jaar zo veel mogelijk te beperken. Het „zou logisch geweest zijn” om op dat moment de winning zoveel mogelijk te verlagen. Tot woede van veel Groningers is niet besloten om de gaswinning in 2013 te verlagen. Mede doordat het een koud jaar was, kwam de gaswinning op een recordhoogte uit.

„Als je er één gemist hebt, is het wel deze”, geeft Benschop toe. „De manier waarop dit is overgekomen, wat dat betekent voor hoe er met de belangen van Groningers wordt omgegaan, is natuurlijk gigantisch geweest.”